ECLI:NL:HR:2003:AF3425
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- H.A.M. Aaftink
- O. de Savornin Lohman
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Vordering tot schadevergoeding op grond van de Wet op de collectieve arbeidsovereenkomst
In deze zaak hebben de eiseressen, waaronder de vereniging FNV Bondgenoten, Terra Nigra gedagvaard voor de Kantonrechter te Amsterdam. De eiseressen vorderden onder andere dat Terra Nigra seizoenkrachten die in het seizoen 1996/1997 via uitzendbureaus te werk waren gesteld, met terugwerkende kracht in dienst moest nemen en hen het loon conform de CAO Tuinbouw moest betalen. De Kantonrechter heeft op 17 maart 1998 geoordeeld dat Terra Nigra deze seizoenkrachten in dienst moest nemen, maar de vorderingen van de FNV en de andere eiseressen zijn afgewezen. Hierop hebben de eiseressen hoger beroep ingesteld bij de Rechtbank te Amsterdam, die op 4 april 2001 het vonnis van de Kantonrechter gedeeltelijk heeft bekrachtigd en gedeeltelijk vernietigd. De Rechtbank heeft Terra Nigra veroordeeld om de seizoenkrachten in dienst te nemen, maar de vorderingen van de FNV en de andere eiseressen zijn afgewezen.
Tegen dit vonnis hebben de eiseressen cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft in deze zaak geoordeeld dat de Rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat de FNV geen aanspraak op schadevergoeding kan maken zonder dat zij Terra Nigra deugdelijk tot nakoming heeft gesommeerd. De Hoge Raad heeft het vonnis van de Rechtbank vernietigd en het geding verwezen naar het Gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling. Tevens is Terra Nigra veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie. De uitspraak van de Hoge Raad is gedaan op 11 april 2003 en is openbaar uitgesproken door raadsheer F.B. Bakels.