ECLI:NL:HR:2003:AF3422
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- H.A.M. Aaftink
- O. de Savornin Lohman
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Cassatie over loonvorderingen en wederindiensttreding in seizoensarbeid
In deze zaak hebben de eiseressen, werkzaam bij Terra Nigra, een cassatieprocedure aangespannen na een eerdere uitspraak van de Rechtbank te Amsterdam. De eiseressen vorderden onder andere betaling van achterstallig loon en een verklaring voor recht dat zij recht hadden op tewerkstelling in een rechtstreeks dienstverband bij Terra Nigra voor het seizoen 1994/1995. De Kantonrechter had hen in eerste instantie niet-ontvankelijk verklaard in hun vordering tot verkrijging van een verklaring voor recht en de overige vorderingen afgewezen. De Rechtbank bekrachtigde dit vonnis, wat leidde tot het cassatieberoep van de eiseressen.
De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 11 april 2003 het vonnis van de Rechtbank vernietigd. De Hoge Raad oordeelde dat de Rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat de eiseressen niet voldeden aan de voorwaarden voor wederindiensttreding. De Hoge Raad benadrukte dat de uitleg van de bepalingen van de CAO van cruciaal belang is en dat de Rechtbank de CAO-bepalingen op een onjuiste wijze had geïnterpreteerd. De Hoge Raad heeft het geding verwezen naar het Gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling en beslissing.
Daarnaast heeft de Hoge Raad Terra Nigra veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de eiseressen zijn begroot op € 201,47 aan verschotten en € 1.590,-- voor salaris. Dit arrest benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige uitleg van CAO-bepalingen in het kader van seizoensarbeid en de rechten van werknemers.