ECLI:NL:HR:2003:AF3368
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- J.P. Balkema
- W.A.M. van Schendel
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch inzake diefstal met braak
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 21 december 2001 uitspraak deed in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1970. De verdachte was eerder veroordeeld door de Politierechter in de Arrondissementsrechtbank te Maastricht op 22 augustus 2000 voor diefstal waarbij hij zich de toegang tot de plaats van het misdrijf had verschaft door middel van braak. Het Gerechtshof bevestigde deze veroordeling, met uitzondering van de bewijsvoering, strafoplegging en strafmotivering, en legde de verdachte een gevangenisstraf van zes weken op. De verdachte heeft cassatie ingesteld, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. L.E.M. Hendriks. De plaatsvervangend Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de middelen van cassatie niet tot vernietiging van de bestreden uitspraak konden leiden. De Hoge Raad oordeelde dat de raadsman van de verdachte niet het recht was gelaten om als laatste het woord te voeren, maar concludeerde dat dit geen grond voor cassatie opleverde. De Hoge Raad verwerpt het beroep, omdat geen van de middelen tot cassatie kan leiden en er geen andere gronden zijn voor vernietiging van de uitspraak.