ECLI:NL:HR:2003:AF3100
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- F.H. Koster
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen veroordeling voor invoer van cocaïne in Nederland
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 4 maart 2003 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De verdachte, geboren in Spanje in 1974, was ten tijde van de aanzegging gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Noord Holland Noord te Heerhugowaard. De zaak betreft de invoer van ongeveer 19.137,1 gram cocaïne op 29 maart 2001 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer. De verdachte was samen met een ander betrokken bij het opzettelijk binnenbrengen van deze drugs in Nederland, wat in strijd is met de Opiumwet.
De verdediging stelde dat de cocaïne niet voor Nederland bestemd was, maar voor Spanje, en dat de verdachte niet de intentie had om de drugs in Nederland in te voeren. Het Hof verwierp dit verweer en oordeelde dat, ongeacht de bestemming, de cocaïne eenmaal in Nederland was gebracht. De Hoge Raad bevestigde het oordeel van het Hof en oordeelde dat het verweer op toereikende gronden was verworpen. De Hoge Raad concludeerde dat de middelen van de verdachte niet tot cassatie konden leiden, en dat er geen redenen waren om de bestreden uitspraak te vernietigen.
De Hoge Raad verwerpt het beroep en bevestigt de eerdere veroordeling van de verdachte tot 48 maanden gevangenisstraf, zoals eerder opgelegd door de Arrondissementsrechtbank te Haarlem. Dit arrest is gewezen door de vice-president en twee raadsheren, en is openbaar gemaakt op 4 maart 2003.