ECLI:NL:HR:2003:AF3075

Hoge Raad

Datum uitspraak
21 maart 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
R01/115HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • R. Herrmann
  • H.A.M. Aaftink
  • O. de Savornin Lohman
  • F.B. Bakels
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over samenwerkingsovereenkomst en Video On Demand-diensten tussen NCN en Setel

In deze zaak heeft de naamloze vennootschap NATION CABLE NETWORK N.V. (hierna: NCN) cassatie ingesteld tegen de naamloze vennootschap SETEL N.V. (hierna: Setel) naar aanleiding van een geschil over een samenwerkingsovereenkomst voor het aanbieden van Video On Demand (V.O.D.)-diensten. NCN had Setel in kort geding opgeroepen om een samenwerkingsovereenkomst aan te gaan, zoals eerder geaccordeerd in een intentieverklaring. Setel heeft de vordering bestreden, waarna het Gerecht in Eerste Aanleg van de Nederlandse Antillen op 20 januari 1999 een verbod heeft opgelegd aan Setel om een V.O.D.-systeem op te zetten totdat de bodemrechter had beslist. Dit verbod werd opgelegd op straffe van een dwangsom van NAF 15 miljoen. NCN heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie, dat op 26 juni 2001 het vonnis van het Gerecht heeft bevestigd en de vordering van NCN heeft afgewezen.

NCN heeft vervolgens beroep in cassatie ingesteld. In cassatie heeft Setel verweer gevoerd en geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper, die tot verwerping van het beroep strekte, gevolgd. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en NCN veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Setel zijn begroot op € 286,88 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris. Dit arrest is gewezen op 21 maart 2003 en is openbaar uitgesproken door de raadsheer F.B. Bakels.

Uitspraak

21 maart 2003
Eerste Kamer
Nr. R01/115HR
RM
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
de naamloze vennootschap naar Nederlands-Antilliaans recht NATION CABLE NETWORK N.V., gevestigd op Curaçao, Nederlandse Antillen,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. J.W.H. van Wijk,
t e g e n
de naamloze vennootschap naar Nederlands-Antilliaans recht SETEL N.V., gevestigd op Curaçao, Nederlandse Antillen,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. M.H. van der Woude.
1. Het geding in feitelijke instanties
Eiseres tot cassatie - verder te noemen: NCN - heeft bij inleidend verzoekschrift van 14 december 1998 verweerster in cassatie - verder te noemen: Setel - in kort geding opgeroepen te verschijnen voor het Gerecht in Eerste Aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Curaçao, en gevorderd:
1. primair
Setel te bevelen om met haar een samenwerkingsovereenkomst terzake het uitbaten van Video On Demand-diensten aan te gaan als eerder geaccordeerd en in een intentieverklaring neergelegd, op straffe van verbeurte van een dwangsom aan NCN van NAF 10.000,-- per dag of gedeelte van de dag dat Setel in strijd handelt met dit bevel;
2. subsidiair
Setel te verbieden zelf of in samenwerking met derden, waaronder aan Setel gelieerde vennootschappen, een V.O.D.-systeem op te zetten en uit te baten als gedefinieerd in het Memorandum zolang de bodemrechter niet definitief heeft beslist in hun geschil, op straffe van een verbeurte van een dwangsom van NAF 15.000.000,-- indien Setel dit verbod negeert.
Setel heeft de vordering bestreden.
Het Gerecht heeft bij vonnis van 20 januari 1999 Setel verboden zelf of in samenwerking met derden, waaronder met Setel gelieerde vennootschappen, een V.O.D.-systeem zoals gedefinieerd in het door beide partijen opgestelde Memorandum V.O.D. op te zetten en te exploiteren totdat de rechter in de bodemprocedure onherroepelijk heeft beslist over het tussen partijen gerezen geschil, op straffe van een dwangsom aan NCN van NAF 15 miljoen als zij dit verbod negeert. Het Gerecht heeft voorts ter zake van de vordering voor het overige naar de rol verwezen voor repliek zijdens NCN en het anders of meer gevorderde afgewezen.
Bij conclusie van repliek heeft NCN haar subsidiaire vordering gewijzigd en aldus naast haar primaire vordering gevorderd:
Subsidiair:
Setel te veroordelen tot betaling van vervangende schadevergoeding aan NCN, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, welke schadevergoeding dient te worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 maart 1999 tot aan de dag der voldoening.
Setel heeft zich tegen deze eiswijziging verzet.
Bij vonnis van 29 mei 2000 heeft het Gerecht het verzet tegen de eiswijziging gegrond verklaard. Met betrekking tot de oorspronkelijke eis heeft het Gerecht voorts de vordering afgewezen.
Tegen voornoemde vonnissen van het Gerecht heeft NCN hoger beroep ingesteld bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba (hierna: het Hof).
In hoger beroep heeft NCN haar eis andermaal gewijzigd en gevorderd:
Primair:
te verklaren voor recht dat Setel de verplichting heeft om met NCN een overeenkomst te sluiten ter gezamenlijke exploitatie van het aanbod van V.O.D.-diensten indien en voor zover Setel overgaat tot het aanbieden van V.O.D.-diensten c.q. het exploiteren van een V.O.D.-systeem een en ander conform de voorwaarden van de Partnership Agreement waarover partijen mondeling overeenstemming bereikten alsmede de voorwaarden in de nadien opgestelde intentie verklaring,
althans
een en ander conform redelijke voorwaarden, waaronder de voorwaarden waarover in de onderhandelingen tussen partijen overeenstemming bestond;
Subsidiair:
te verklaren voor recht dat Setel de verplichting heeft om met NCN een overeenkomst te sluiten ter gezamenlijke exploitatie van het aanbod van V.O.D.-diensten, indien en voor zover Setel overgaat tot het aanbieden van V.O.D.-diensten c.q. het exploiteren van een V.O.D.-systeem een en ander conform de voorwaarden van de eerder bereikte Partnership Agreement waarover partijen mondeling overeenstemming bereikten alsmede de voorwaarden in de nadien opgestelde Intentieverklaring
althans
een en ander conform redelijke voorwaarden, waaronder de voorwaarden waarover in de onderhandelingen tussen partijen overeenstemming bestond, indien en voor zover Setel overgaat tot het aanbieden van V.O.D.-diensten c.q. het exploiteren van een VDO-systeem.
en voorts
Setel te veroordelen tot betaling van schadevergoeding aan NCN, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, omdat zij naliet in 1997, naar aanleiding van de Feasibility Study een overeenkomst met NCN te sluiten ter gezamenlijke exploitatie van het aanbod van V.O.D.-diensten.
III. en voorts
Setel te verbieden zelf of in samenwerking met derden, waaronder aan Setel gelieerde vennootschappen, V.O.D.-diensten aan te bieden dan wel een VDO-systeem te exploiteren zonder een overeenkomst met NCN terzake gezamenlijke exploitatie daarvan conform afspraken op straffe van verbeurte van een dwangsom aan NCN van NAF 15.000.000 indien Setel dit verbod negeert,
althans
Setel te verbieden zelf of in samenwerking met derden, waaronder aan Setel gelieerde vennootschappen, V.O.D.-diensten aan te bieden dan wel een V.O.D.-systeem te exploiteren met gebruikmaking van de in het Memorandum VOD en de Feasibility Study van 31 juli 1997 genoemde ADSL techniek in de ruimste zin des woords; zonder een overeenkomst met NCN terzake gezamenlijke exploitatie daarvan conform afspraken op straffe van verbeurte van een dwangsom aan NCN van NAF 15.000.000 indien Setel dit verbod negeert.
Setel heeft zich verzet tegen de wijziging van eis en geconcludeerd dat het Hof het bestreden vonnis zal bevestigen.
Bij vonnis van 26 juni 2001 heeft het Hof het vonnis bevestigd en het gevorderde afgewezen.
Het vonnis van het Hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het vonnis van het Hof heeft NCN beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Setel heeft bij verweerschrift geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten en voor NCN mede door mr. W.I. Wisman, advocaat bij de Hoge Raad.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekt tot verwerping.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt NCN in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Setel begroot op € 286,88 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president R. Herrmann als voorzitter en de raadsheren H.A.M. Aaftink en O. de Savornin Lohman, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.B. Bakels op 21 maart 2003.