ECLI:NL:HR:2003:AF3072

Hoge Raad

Datum uitspraak
18 april 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
C02/041HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • R. Herrmann
  • H.A.M. Aaftink
  • D.H. Beukenhorst
  • O. de Savornin Lohman
  • P.C. Kop
  • F.B. Bakels
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over verbeurde boete en buitengerechtelijke kosten in geschil tussen eiser en Double Fun

In deze zaak heeft Double Fun Automatenexploitatie B.V. eiser tot cassatie gedagvaard voor de Rechtbank te Arnhem, waarbij zij vorderingen heeft ingesteld tot betaling van een verbeurde boete en buitengerechtelijke kosten. De vordering betrof een boete van ƒ 22.393,--, die was opgebouwd uit een bedrag van ƒ 250,-- per week over de periode waarin de overeenkomst nog had kunnen voortduren, en een bedrag van ƒ 1.200,-- aan buitengerechtelijke kosten. Eiser heeft de vordering bestreden en zelf een tegenvordering ingesteld tot nietigverklaring van de overeenkomst en afwijzing van de vorderingen van Double Fun.

De Rechtbank heeft op 18 maart 1999 geoordeeld dat eiser moest betalen aan Double Fun, en het meer of anders gevorderde afgewezen. Eiser heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te Arnhem, dat bij tussenarrest van 16 mei 2000 eiser tot bewijslevering heeft toegelaten. Na een comparitie van partijen heeft het Hof op 9 oktober 2001 het vonnis van de Rechtbank bekrachtigd. Eiser heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen de arresten van het Hof.

De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 18 april 2003 geoordeeld dat de klachten in de cassatie niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad heeft de conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus gevolgd, die had gepleit voor verwerping van het beroep. Eiser is in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van Double Fun op nihil zijn begroot. Dit arrest is gewezen door de vice-president en een aantal raadsheren, en openbaar uitgesproken op de genoemde datum.

Uitspraak

18 april 2003
Eerste Kamer
Nr. C02/041HR
JMH
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[eiser], wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. R.T.R.F. Carli,
t e g e n
DOUBLE FUN AUTOMATENEXPLOITATIE B.V., gevestigd te [vestigingsplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
1. Het geding in feitelijke instanties
Verweerster in cassatie - verder te noemen: Double Fun - heeft bij exploit van 24 maart 1998 eiser tot cassatie - verder te noemen: [eiser] - gedagvaard voor de Rechtbank te Arnhem en gevorderd bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [eiser] te veroordelen tot betaling van:
a. de verbeurde boete ad ƒ 22.393,--, bestaande uit ƒ 250,-- per week over de periode gedurende welke de overeenkomst bij reguliere beëindiging nog minimaal zou hebben voortgeduurd, te weten tot 1 oktober 1999, ingaande 12 januari 1998;
b. de buitengerechtelijke kosten ad ƒ 1.200,--, gebaseerd op de daadwerkelijk door de raadsman van eiseres gemaakte kosten, zijnde drie uren à ƒ 400,-- per uur;
c. de wettelijke rente over de verbeurde boete vanaf de dag van dagvaarden.
[Eiser] heeft de vordering bestreden en gevorderd bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad en voorzover nodig met nietigverklaring en/of ontbinding van de litigieuze overeenkomst, Double Fun in haar vorderingen niet-ontvankelijk te verklaren, althans deze af te wijzen.
De Rechtbank heeft bij vonnis van 18 maart 1999 [eiser] veroordeeld tot betaling aan Double Fun van de verbeurde boete ad ƒ 22.393,--, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 24 maart 1998 tot de dag der algehele voldoening, en het meer of anders gevorderde afgewezen.
Tegen dit vonnis heeft [eiser] hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te Arnhem.
Bij tussenarrest van 16 mei 2000 heeft het Hof [eiser] tot bewijslevering toegelaten en een comparitie van partijen gelast. Na enquête en comparitie van partijen heeft het Hof bij eindarrest van 9 oktober 2001 het vonnis waarvan beroep bekrachtigd.
Beide arresten van het Hof zijn aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen beide arresten van het Hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen de niet verschenen Double Fun is verstek verleend.
[Eiser] heeft de zaak doen toelichten door zijn advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Double Fun begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de vice-president R. Herrmann als voorzitter en de raadsheren H.A.M. Aaftink, D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman en P.C. Kop, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.B. Bakels op 18 april 2003.