ECLI:NL:HR:2003:AF2834
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- H.A.M. Aaftink
- O. de Savornin Lohman
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de bevoegdheid van de Gemeente om bij lijfsdwang te procederen
In deze zaak heeft de Gemeente Nieuwegein [eiser] in kort geding gedagvaard om verlof te verkrijgen voor de tenuitvoerlegging van een beschikking van 5 februari 1999, waarbij de Gemeente was toegestaan om bij lijfsdwang verhaal te nemen op [eiser] voor een bedrag van ƒ 12.658,17. De President van de Rechtbank te Utrecht heeft op 5 april 2001 het gevorderde verlof verleend voor de duur van maximaal drie maanden. [Eiser] heeft hiertegen cassatie ingesteld, waarbij hij betoogde dat de President ambtshalve had moeten onderzoeken of de Gemeente bevoegd was om te procederen.
De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 14 maart 2003 geoordeeld dat de President niet verplicht was om ambtshalve te onderzoeken of de Gemeente bevoegd was om te procederen. De Hoge Raad oordeelde dat uit de gedingstukken niet bleek dat [eiser] in de feitelijke instantie had betwist dat de namens de Gemeente optredende procureur een rechtsgeldige opdracht had ontvangen. Dit betekende dat het onderdeel van [eiser] niet tot cassatie kon leiden, aangezien het een feitelijke kwestie betrof die niet in cassatie kon worden behandeld.
De Hoge Raad heeft het beroep van [eiser] verworpen en hem in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld. De kosten aan de zijde van de Gemeente zijn begroot op € 359,48 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris. Dit arrest is gewezen door de vice-president P. Neleman als voorzitter en de raadsheren A.E.M. van der Putt-Lauwers, H.A.M. Aaftink, O. de Savornin Lohman en F.B. Bakels, en in het openbaar uitgesproken door raadsheer F.B. Bakels.