ECLI:NL:HR:2003:AF2690
Hoge Raad
- Cassatie
- E. Korthals Altes
- J.C. van Oven
- C.J.J. van Maanen
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Cassatie over onteigening en schadeloosstelling in het kader van bestemmingsplan
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 28 maart 2003 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een onteigening in het kader van het bestemmingsplan 'Transvaal, tweede herziening'. De gemeente 's-Gravenhage had bij dagvaarding van 8 maart 2001 gevorderd dat de Arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage vervroegd de onteigening zou uitspreken van onroerende zaken gelegen aan de [a-straat] en de [b-straat]. De eiseres, huurster van een winkelruimte die deel uitmaakt van deze onroerende zaken, werd toegelaten als tussenkomende partij. De rechtbank sprak op 24 april 2001 de vervroegde onteigening uit en bepaalde dat de gemeente aan de eiseres een voorschot op de schadeloosstelling moest betalen van ƒ 77.400.
In een later vonnis van 30 januari 2002 stelde de rechtbank de schadeloosstelling voor de eiseres vast op € 43.422,23, inclusief het reeds betaalde voorschot. De eiseres bestreed dit eindvonnis met een cassatiemiddel dat uit drie klachten bestond. De gemeente concludeerde tot verwerping van het beroep en stelde een incidenteel cassatieberoep in met eveneens drie onderdelen.
De Hoge Raad oordeelde dat het middel in het principale beroep niet tot cassatie kon leiden, omdat het geen rechtsvragen in het belang van de rechtsontwikkeling of de rechtseenheid aan de orde stelde. Ook de klachten in het incidentele beroep faalden, waarbij de Hoge Raad bevestigde dat de rechtbank de situatie op de datum van inschrijving van het vervroegde vonnis als uitgangspunt had genomen voor de bepaling van de schadeloosstelling. De Hoge Raad verwerpt het beroep en compenseert de kosten van het geding in cassatie, waarbij elke partij de eigen kosten draagt.