ECLI:NL:HR:2003:AF2684
Hoge Raad
- Cassatie
- G.G. van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp
- J.B. Fleers
- A.G. Pos
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van een vonnis inzake termijnoverschrijding in hoger beroep
In deze zaak heeft eiser, wonende op Aruba, een verzoekschrift ingediend bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, waarin hij verzocht om schadevergoeding van de verweerster, CHS. Het Gerecht heeft de vordering van eiser afgewezen in een eindvonnis op 5 januari 2000. Eiser heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba. CHS heeft in haar memorie van antwoord aangevoerd dat het hoger beroep niet-ontvankelijk was wegens termijnoverschrijding. Het Hof heeft dit argument gehonoreerd en eiser op 16 januari 2001 niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep.
Eiser heeft tegen dit vonnis cassatie ingesteld bij de Hoge Raad. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat het Hof niet had kunnen oordelen dat eiser de beroepstermijn had overschreden. De Hoge Raad oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat eiser niet aanwezig was bij de uitspraak van het Gerecht en dat er geen aantekening was gemaakt over de mededeling van het vonnis aan eiser. Hierdoor was het oordeel van het Hof onterecht.
De Hoge Raad heeft het vonnis van het Gemeenschappelijk Hof vernietigd en de zaak terugverwezen naar dat Hof voor verdere behandeling. Tevens is CHS veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 283,61 aan verschotten en € 1.590,-- voor salaris. Dit arrest is uitgesproken op 28 maart 2003 door de vice-president en de raadsheren van de Hoge Raad.