ECLI:NL:HR:2003:AF2676
Hoge Raad
- Cassatie
- G.G. van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp
- A.G. Pos
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid voor bodemverontreiniging en erfdienstbaarheid na verkoop onroerende zaak
In deze zaak gaat het om de nasleep van de verkoop van een onroerende zaak door eiser aan verweerder. De kern van het geschil betreft twee belangrijke punten: de aansprakelijkheid van eiser voor bodemverontreiniging en de erfdienstbaarheid van weg die is gevestigd ten behoeve van het verkochte perceel. Verweerder heeft eiser gedagvaard voor de Rechtbank te Breda, waarbij hij schadevergoeding vorderde voor geleden en nog te lijden schade, als gevolg van de bodemverontreiniging. Eiser heeft de vordering bestreden en in reconventie een bedrag gevorderd van verweerder voor het gebruik van zijn grond. De Rechtbank heeft in een tussenvonnis eiser tot bewijslevering toegelaten en verdere beslissingen aangehouden. Verweerder heeft hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat in een tussenarrest eiser ook tot bewijslevering heeft toegelaten. Uiteindelijk heeft het Hof het vonnis van de Rechtbank vernietigd, maar slechts voor bepaalde onderdelen, en de zaak terugverwezen naar de Rechtbank voor verdere afdoening.
Eiser heeft cassatie ingesteld tegen de arresten van het Hof. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het Hof blijk heeft gegeven van een onjuiste rechtsopvatting met betrekking tot de aansprakelijkheid voor de bodemverontreiniging. De Hoge Raad vernietigt de arresten van het Gerechtshof en verwijst de zaak terug naar het Gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling. Tevens veroordeelt de Hoge Raad verweerder in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van eiser zijn begroot op € 1.912,95. Dit arrest is gewezen door de vice-president en vier raadsheren, en openbaar uitgesproken op 14 maart 2003.