ECLI:NL:HR:2003:AF2167
Hoge Raad
- Cassatie
- G.G. van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp
- J.B. Fleers
- A.G. Pos
- D.H. Beukenhorst
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de verdeling van vennootschappelijk vermogen na ontbinding van een vennootschap onder firma
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 7 maart 2003 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen [eiser] en [verweerster] betreffende de verdeling van het vennootschappelijk vermogen van de ontbonden vennootschap onder firma Tarpol B.V. i.o. [Verweerster] had [eiser] gedagvaard voor de Rechtbank te 's-Hertogenbosch en vorderde onder andere betaling van een bedrag van ƒ 53.692,77, vermeerderd met wettelijke rente, en de afgifte van jaarstukken van de vennootschap. De Rechtbank heeft in een eindvonnis van 5 december 1997 de vorderingen van [verweerster] grotendeels toegewezen. [Eiser] heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof, dat in een tussenarrest van 5 maart 2001 oordeelde dat de vennoten, die uitsluitend hun arbeid in de vennootschap hebben ingebracht, gelijkelijk recht hebben op de winst en het verlies van de vennootschap. [Eiser] heeft cassatie ingesteld tegen dit oordeel van het Hof.
De Hoge Raad overweegt dat, bij gebreke van een andersluidende overeenkomst, de vennoten die uitsluitend hun arbeid hebben ingebracht, gelijk delen in de winst en het verlies van de vennootschap. Dit is in lijn met de wetsgeschiedenis en de huidige literatuur. De Hoge Raad verwerpt het beroep van [eiser] en bevestigt de uitspraak van het Hof, waarbij het Hof heeft geoordeeld dat de vennoten in gelijke mate ondernemersrisico hebben gelopen. De Hoge Raad oordeelt dat de argumenten van [eiser] niet tot cassatie kunnen leiden, omdat zij niet steunen op een juiste rechtsopvatting. De kosten van het geding in cassatie worden toegewezen aan [verweerster].