ECLI:NL:HR:2003:AF2158
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- J.B. Fleers
- H.A.M. Aaftink
- A.G. Pos
- O. de Savornin Lohman
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van het vonnis van de Rechtbank in een geschil over de montage van een keuken
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 21 maart 2003 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen Bruynzeel Kasten en Keukens B.V. en [verweerder] c.s. De zaak begon met een dagvaarding door [verweerder] c.s. op 10 januari 2000, waarin zij Bruynzeel vorderden om gebreken aan een door haar geleverde keuken te herstellen. De Kantonrechter te Amsterdam heeft op 18 april 2000 de vordering toegewezen, ondanks het feit dat Bruynzeel niet had geantwoord op de dagvaarding. Bruynzeel heeft vervolgens hoger beroep ingesteld, maar de Rechtbank te Amsterdam verklaarde haar niet-ontvankelijk in het hoger beroep, op de grond dat het vonnis van de Kantonrechter als een verstekvonnis moest worden beschouwd. Bruynzeel heeft cassatie ingesteld tegen deze beslissing van de Rechtbank.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de Rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat het vonnis van de Kantonrechter als een verstekvonnis moest worden beschouwd. De Hoge Raad concludeerde dat Bruynzeel wel degelijk was verschenen en dat zij niet had geantwoord, maar dat dit niet gelijkgesteld kon worden met het niet verschijnen in de zin van artikel 106 (oud) van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De Hoge Raad vernietigde het vonnis van de Rechtbank en verwees de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling. Tevens werden de kosten van het geding in cassatie aan [verweerder] c.s. opgelegd, begroot op € 374,95 aan verschotten en € 1.590,-- voor salaris.