ECLI:NL:HR:2003:AF1938
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- W.A.M. van Schendel
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest van het Gerechtshof te Amsterdam inzake diefstal gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 6 juni 2001 uitspraak deed in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in India in 1971, die ten tijde van de uitspraak gedetineerd was in de Penitentiaire Inrichting Zwolle. De verdachte had een relatie met het slachtoffer, die hij had overgehaald om geld op te nemen van haar rekening met de belofte dat zij samen naar India zouden gaan trouwen. Tijdens hun verblijf in een hotel in Amsterdam heeft de verdachte het geld van het slachtoffer, dat enkele tienduizenden guldens bedroeg, gestolen en is hij gevlucht. Hij werd later in Engeland aangehouden met het geld en de persoonlijke bezittingen van het slachtoffer. De Hoge Raad vernietigt de bestreden uitspraak van het Hof, maar alleen voor wat betreft de kwalificatie van het bewezenverklaarde feit en de strafoplegging. De Hoge Raad kwalificeert de diefstal als 'diefstal' volgens artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht en verwerpt het beroep voor het overige. De Hoge Raad oordeelt dat de verdachte niet in zijn belangen is geschaad door de onjuiste kwalificatie, aangezien de opgelegde straf en de motivering daarvan in overeenstemming zijn met de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is gepleegd. De zaak wordt terugverwezen naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor herbehandeling van het hoger beroep.