ECLI:NL:HR:2003:AF1798

Hoge Raad

Datum uitspraak
31 januari 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
R02/051HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • G.G. van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp
  • A.E.M. van der Putt-Lauwers
  • J.B. Fleers
  • D.H. Beukenhorst
  • F.B. Bakels
  • O. de Savornin Lohman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurprijsvaststelling en wrakingsverzoek in cassatie

In deze zaak heeft de verzoeker tot cassatie, wonende te [woonplaats], op basis van artikel 27 van de Huurprijzenwet woonruimte, de Kantonrechter te Amsterdam verzocht om de huurprijs van zijn woonruimte vast te stellen op ƒ 608,16 per maand. De Kantonrechter heeft op 6 juli 2000 de huurprijs vastgesteld op ƒ 647,69 per maand, ingaande 1 februari 1999. Verzoeker heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij de Rechtbank te Amsterdam, die de zaak op 7 september 2001 heeft behandeld. Na ontvangst van het proces-verbaal op 26 september 2002, heeft verzoeker op 23 oktober 2001 een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. A.W.J. Ros, de voorzitter van de Kamer van de Rechtbank. De Rechtbank heeft het wrakingsverzoek op 29 november 2001 behandeld en verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek. Hierop heeft verzoeker hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, dat na mondelinge behandeling op 19 maart 2002 op 18 april 2002 het beroep heeft verworpen. Verzoeker heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen de beschikking van het Hof. De gewraakte rechter heeft geen verweerschrift ingediend. De Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden, zonder nadere motivering, aangezien deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en deze beschikking is gegeven door de vice-president en de raadsheren, en openbaar uitgesproken op 31 januari 2003.

Uitspraak

31 januari 2003
Eerste Kamer
Rek.nr. R02/051HR
RM
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[Verzoeker], wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. P.J.Ph. Dietz de Loos.
1. Het geding in feitelijke instanties
Verzoeker tot cassatie - verder te noemen: verzoeker - heeft op grond van art. 27 Huurprijzenwet woonruimte aan de Kantonrechter te Amsterdam verzocht de huurprijs van zijn woonruimte vast te stellen op ƒ 608,16 per maand.
Bij beschikking van 6 juli 2000 heeft de Kantonrechter de huurprijs vastgesteld op ƒ 647,69 per maand (excl. bijkomende kosten), ingaande 1 februari 1999.
Tegen deze beschikking heeft verzoeker hoger beroep ingesteld bij de Rechtbank te Amsterdam. De Rechtbank heeft de zaak behandeld ter terechtzitting van 7 september 2001. Verzoeker heeft het proces-verbaal van deze terechtzitting op 26 september 2002 via zijn raadsman ontvangen.
Op 23 oktober 2001 heeft verzoeker bij de Rechtbank een wrakingsverzoek ingediend, gericht tegen mr. A.W.J. Ros, de voorzitter van de Kamer van de Rechtbank die ter terechtzitting van 7 september 2001 het hoger beroep had behandeld.
De Rechtbank heeft het wrakingsverzoek behandeld ter terechtzitting van 29 november 2001. Bij beschikking van diezelfde dag heeft de Rechtbank verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek.
Tegen deze beschikking heeft verzoeker hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam. Verzoeker heeft het Hof verzocht de beschikking van de Rechtbank te vernietigen en, opnieuw rechtdoende, zijn wrakingsverzoek alsnog toe te wijzen.
Na mondelinge behandeling op 19 maart 2002 heeft het Hof bij beschikking van 18 april 2002 het beroep verworpen.
De beschikking van het Hof is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het Hof heeft verzoeker beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De gewraakte rechter heeft geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president G.G. van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp als voorzitter en de raadsheren A.E.M. van der Putt-Lauwers, J.B. Fleers, D.H. Beukenhorst en F.B. Bakels, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer O. de Savornin Lohman op 31 januari 2003.