ECLI:NL:HR:2003:AF1571
Hoge Raad
- Cassatie
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Cassatie over ontbinding van overeenkomst en schadevergoeding tussen vennootschappen
In deze zaak gaat het om een geschil tussen de vennootschap onder firma MAMMOET STOOF V.O.F. en MAMMOET STOOF B.V., beide gevestigd te Breda, en DECALIFT NL B.V., gevestigd te Amsterdam, hierna aangeduid als Diffutherm. Diffutherm heeft op 29 oktober 1997 Mammoet gedagvaard voor de Rechtbank te Breda, waarbij zij vorderingen heeft ingesteld tot ontbinding van een overeenkomst van 25 maart 1997 en schadevergoeding wegens toerekenbaar tekortschieten door Mammoet. Diffutherm vorderde een schadevergoeding van ƒ 1.295.436,00, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 26 september 1997.
Mammoet heeft de vordering bestreden en in reconventie een bedrag van ƒ 323.266,-- gevorderd van Diffutherm, vermeerderd met rente. De Rechtbank heeft partijen bij tussenvonnis van 6 juli 1999 tot bewijslevering toegelaten en verdere beslissingen aangehouden. Mammoet heeft hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 22 januari 2001 het vonnis van de Rechtbank heeft bekrachtigd, met de mogelijkheid voor Mammoet om bewijs te leveren van de correcte plaatsing en montage van bepaalde apparatuur.
Tegen dit arrest heeft Mammoet cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda, die tot verwerping van het beroep strekte, gevolgd. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en Mammoet veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Diffutherm zijn begroot op € 3.883,09 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris. Dit arrest is openbaar uitgesproken op 28 februari 2003.