ECLI:NL:HR:2003:AF1560
Hoge Raad
- Cassatie
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- H.A.M. Aaftink
- O. de Savornin Lohman
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Cassatie over vordering tot betaling en buitengerechtelijke kosten
In deze zaak heeft eiser tot cassatie, vertegenwoordigd door mr. E. van Staden ten Brink, Bouwmarkt Hulst B.V. gedagvaard voor de Rechtbank te Middelburg. Eiser vorderde betaling van ƒ 30.156,--, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 10 april 1990, en ƒ 2.997,48 ter zake van buitengerechtelijke kosten, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding. De Rechtbank heeft op 6 oktober 1999 de vorderingen van eiser ontzegd. Eiser heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 15 februari 2001 het vonnis van de Rechtbank heeft bekrachtigd. Eiser heeft vervolgens beroep in cassatie ingesteld tegen het arrest van het Hof. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van Advocaat-Generaal J. Spier, die strekte tot verwerping van het beroep, in overweging genomen. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten in het middel niet tot cassatie kunnen leiden, en dat nadere motivering niet nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en eiser veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, begroot op € 425,28 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris. Dit arrest is gewezen op 7 februari 2003 en openbaar uitgesproken door raadsheer F.B. Bakels.