ECLI:NL:HR:2003:AF1413

Hoge Raad

Datum uitspraak
7 maart 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
C01/235HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie van curator tegen Bribus B.V. inzake vordering tot betaling

In deze zaak heeft de curator, Mr. Jacques Aloysius Dominicus Maria Daniëls, in zijn hoedanigheid als curator in de faillissementen van DTS Keukens B.V., Abor Rijssen B.V. en Bouwprodukten Notter B.V., Bribus B.V. gedagvaard voor de Rechtbank te Zutphen. De curator vorderde een bedrag van ƒ 679.467,24, vermeerderd met wettelijke rente over een deel van dit bedrag, op grond van verschillende juridische gronden die in de dagvaarding zijn uiteengezet. Bribus heeft de vordering bestreden, waarna de Rechtbank op 18 november 1999 een comparitie van partijen gelastte en verdere beslissingen aanhield.

Bribus heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te Arnhem, waar de curator voorwaardelijk incidenteel hoger beroep heeft ingesteld. Het Gerechtshof heeft op 8 mei 2001 het vonnis van de Rechtbank vernietigd en alle vorderingen van de curator afgewezen, terwijl het incidenteel appel van de curator werd verworpen. Tegen dit arrest heeft de curator cassatie ingesteld, waarop Bribus heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De zaak is behandeld door de Hoge Raad, waarbij de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en de curator veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Bribus zijn begroot op € 4.314,18 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris. De uitspraak is gedaan door de vice-president P. Neleman als voorzitter, samen met de raadsheren P.C. Kop en F.B. Bakels, en openbaar uitgesproken op 7 maart 2003.

Uitspraak

7 maart 2003
Eerste Kamer
Nr. C01/235HR
JMH
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
Mr. Jacques Aloysius Dominicus Maria DANIËLS, in diens hoedanigheid van curator in de faillissementen van DTS KEUKENS B.V., ABOR RIJSSEN B.V. en BOUWPRODUKTEN NOTTER B.V., wonende te Goor,
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. B. Winters,
t e g e n
BRIBUS B.V., gevestigd te DINXPERLO,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. P.J.M. von Schmidt auf Altenstadt.
1. Het geding in feitelijke instanties
Eiser tot cassatie - verder te noemen: de curator - heeft bij exploit van 30 juli 1998 verweerster in cassatie - verder te noemen: Bribus - gedagvaard voor de Rechtbank te Zutphen en gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Bribus te veroordelen, op grond van het respectievelijk primair, subsidiair en meer subsidiair in deze dagvaarding gestelde, om aan de curator te betalen een bedrag van ƒ 679.467,24, te vermeerderen met de wettelijke rente over een bedrag van ƒ 655.638,24 vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening.
Bribus heeft de vordering bestreden.
De Rechtbank heeft bij tussenvonnis van 18 november 1999 een comparitie van partijen gelast en iedere verdere beslissing aangehouden.
Tegen dit tussenvonnis heeft Bribus hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te Arnhem. De curator heeft voorwaardelijk incidenteel hoger beroep ingesteld.
Bij arrest van 8 mei 2001 heeft het Hof in het principaal appel het vonnis van de Rechtbank vernietigd en opnieuw rechtdoende alle vorderingen van de curator afgewezen en in het incidenteel appel het beroep verworpen.
Het arrest van het Hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het Hof heeft de curator beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Bribus heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt de curator in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Bribus begroot op € 4.314,18 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president P. Neleman als voorzitter en de raadsheren P.C. Kop en F.B. Bakels, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.B. Bakels op 7 maart 2003.