ECLI:NL:HR:2003:AF1302
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- A. Hammerstein
- P.C. Kop
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Cassatie van Deco-Sign Reklame V.O.F. tegen [verweerster] inzake vordering tot betaling
In deze zaak heeft de vennootschap onder firma Deco-Sign Reklame V.O.F. (hierna: Deco-Sign) een cassatieprocedure aangespannen tegen [verweerster], die niet is verschenen. De zaak begon met een dagvaarding door [verweerster] op 21 november 1997, waarin zij Deco-Sign vorderde tot betaling van een bedrag van ƒ 13.164,04, inclusief B.T.W., vermeerderd met wettelijke rente. Deco-Sign heeft de vordering bestreden, waarna de Rechtbank te 's-Gravenhage op 10 maart 1998 een comparitie van partijen gelastte en op 8 december 1998 de vordering toewijsde.
Deco-Sign ging in hoger beroep bij het Gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 30 januari 2001 het vonnis van de Rechtbank bekrachtigde. Tegen dit arrest heeft Deco-Sign cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld, waarbij de conclusie van Advocaat-Generaal J. Spier strekte tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden, en dat dit geen nadere motivering behoeft volgens artikel 81 RO, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen en Deco-Sign veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van [verweerster] op nihil zijn begroot. Dit arrest is gewezen door vice-president P. Neleman als voorzitter, samen met raadsheren A. Hammerstein en P.C. Kop, en openbaar uitgesproken door raadsheer F.B. Bakels op 7 februari 2003.