ECLI:NL:HR:2003:AF1300

Hoge Raad

Datum uitspraak
7 februari 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
C01/163HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • G.G. van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp
  • H.A.M. Aaftink
  • A.G. Pos
  • D.H. Beukenhorst
  • O. de Savornin Lohman
  • F.B. Bakels
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over bouwactiviteiten en verbod tot gebruik bouwvergunning voor supermarkt

In deze zaak heeft de eiseres tot cassatie, Arking B.V., op 13 oktober 2000 de verweerster in cassatie, Bouwcombinatie Noordkop B.V., gedagvaard in kort geding voor de President van de Rechtbank te Alkmaar. Arking vorderde dat Noordkop zou worden bevolen om de bouwactiviteiten voor een supermarkt in levensmiddelen te staken en gestaakt te houden, en dat Noordkop zou worden verboden de bouwvergunning voor deze supermarkt te gebruiken. De President heeft op 3 november 2000 Noordkop inderdaad bevolen om de bouwactiviteiten te staken en een dwangsom van ƒ 100.000,-- per dag opgelegd voor iedere overtreding van dit bevel.

Noordkop heeft tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 29 maart 2001 het vonnis heeft vernietigd en de vorderingen van Arking heeft afgewezen. Arking heeft vervolgens beroep in cassatie ingesteld tegen het arrest van het Hof. De Hoge Raad heeft op 7 februari 2003 het beroep verworpen en Arking in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, begroot op nihil aan de zijde van Noordkop.

De Hoge Raad oordeelde dat de klachten van Arking niet tot cassatie konden leiden, en dat er geen nadere motivering nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Het arrest is gewezen door de vice-president en een aantal raadsheren, en openbaar uitgesproken door raadsheer F.B. Bakels.

Uitspraak

7 februari 2003
Eerste Kamer
Nr. C01/163HR
JMH
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
ARKING B.V.,
gevestigd te Anna Paulowna,
EISERES tot cassatie,
advocaat: aanvankelijk mr. W.F.A.A.A.M. van der Pol, later: mr. R.G.E. de Vries
t e g e n
BOUWCOMBINATIE NOORDKOP B.V.,
gevestigd te Breezand, gemeente Anna Paulowna,
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
1. Het geding in feitelijke instanties
Eiseres tot cassatie - verder te noemen: Arking - heeft bij exploit van 13 oktober 2000 verweerster in cassatie - verder te noemen: Noordkop - in kort geding gedagvaard voor de President van de Rechtbank te Alkmaar en gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad en op de minuut, Noordkop te bevelen om onmiddellijk na betekening van het in dezen te wijzen vonnis de in dagvaarding bedoelde bouwactiviteiten ten behoeve van een supermarkt in levensmiddelen te staken en gestaakt te houden, en Noordkop te verbieden de in de dagvaarding bedoelde bouwvergunning te (doen) gebruiken voor de bouw van een grote winkelunit ten behoeve van een supermarkt in levensmiddelen, dan wel het gebouw af te (doen) bouwen als supermarkt in levensmiddelen en/of het gebouw als supermarkt in levensmiddelen in gebruik te (doen) nemen, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van ƒ 100.000,-- voor iedere dag of gedeelte daarvan dat Noordkop dit bevel en/of verbod overtreedt, althans een zodanige beslissing te nemen als de President in goede justitie zal vermenen te behoren.
Noordkop heeft de vordering bestreden.
De President heeft bij vonnis van 3 november 2000 Noordkop bevolen om onmiddellijk na betekening van dit vonnis de in de dagvaarding bedoelde bouwactiviteiten, uitsluitend voorzover deze gericht zijn op het verwezenlijken van een supermarkt in levensmiddelen, te staken en gestaakt te houden, en Noordkop verboden de in de dagvaarding bedoelde bouwvergunning voor dat doel te (doen) gebruiken, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van ƒ 100.000,-- per dag voor iedere dag dat Noordkop genoemd bevel, respectievelijk verbod, overtreedt, met een maximum aan te verbeuren dwangsommen van ƒ 2.500.000,--, en de meer of anders gevorderde voorzieningen geweigerd.
Tegen dit vonnis heeft Noordkop hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam.
Bij arrest van 29 maart 2001 heeft het Hof het vonnis waarvan beroep vernietigd en opnieuw rechtdoende de vorderingen afgewezen.
Het arrest van het Hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het Hof heeft Arking beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen de niet verschenen Noordkop is verstek verleend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Arking in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Noordkop begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de vice-president G.G. van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp als voorzitter en de raadsheren H.A.M. Aaftink, A.G. Pos, D.H. Beukenhorst en O. de Savornin Lohman, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.B. Bakels op 7 februari 2003.