ECLI:NL:HR:2003:AF1185
Hoge Raad
- Cassatie
- W.J.M. Davids
- G.J.M. Corstens
- A.J.A. van Dorst
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest van het Gerechtshof te Amsterdam inzake diefstal van een bromfiets
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 13 juni 2001 een verdachte heeft veroordeeld voor diefstal van een bromfiets. De verdachte, geboren in 1974 en ten tijde van de aanzegging gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting 'Achterhoek' te Zutphen, heeft het beroep ingesteld via zijn advocaat, mr. G. Meijers. De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en terugwijzing naar het Gerechtshof voor herbehandeling van de zaak.
Het Hof heeft overwogen dat de verdachte, blijkens zijn eigen verklaring, een bromfiets heeft gestolen om in zijn vervoersbehoefte te voorzien, wat heeft geleid tot materiële schade en ongemak voor de eigenaar van de bromfiets. De verdachte was eerder gedagvaard voor meerdere strafbare feiten, waaronder gekwalificeerde diefstal en opzetheling. Tijdens de behandeling van de zaak heeft de Politierechter de voeging van de verschillende zaken bevolen en de verdachte veroordeeld.
In cassatie heeft de Hoge Raad de klacht van de verdachte over de overschrijding van de redelijke termijn in de cassatiefase gegrond verklaard. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het EVRM is overschreden, maar heeft geen rechtsgevolg aan deze constatering verbonden. De Hoge Raad heeft ook de motivering van de strafoplegging beoordeeld en vastgesteld dat een kennelijke vergissing in de overwegingen van het Hof niet tot cassatie leidt, omdat de strafoplegging verder toereikend is gemotiveerd. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, waardoor de uitspraak van het Gerechtshof in stand blijft.