ECLI:NL:HR:2003:AF0871
Hoge Raad
- Cassatie
- G.G. van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- J.B. Fleers
- A.G. Pos
- P.C. Kop
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Vordering tot schadevergoeding wegens gebreken aan verkochte woning
In deze zaak gaat het om een vordering tot schadevergoeding wegens gebreken aan een woning die door eiser aan verweerder is verkocht. Verweerder heeft eiser gedagvaard voor de Rechtbank te 's-Hertogenbosch, waarbij hij een bedrag van ƒ 74.116,19 vorderde, vermeerderd met buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente. De Rechtbank heeft de vordering afgewezen, waarna verweerder hoger beroep heeft ingesteld bij het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. Eiser heeft incidenteel hoger beroep ingesteld. Het Hof heeft bij tussenarrest van 10 april 2001 partijen in de gelegenheid gesteld om feiten en omstandigheden te bewijzen, maar eiser heeft cassatie ingesteld tegen dit tussenarrest.
De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat het Hof een essentiële stelling van eiser niet heeft besproken, namelijk dat verweerder hem in de gelegenheid had moeten stellen om eventuele gebreken binnen een redelijke termijn te herstellen. De Hoge Raad heeft het arrest van het Gerechtshof vernietigd en de zaak verwezen naar het Gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling. De beslissing omtrent de kosten van het geding in cassatie is gereserveerd tot de einduitspraak, waarbij de kosten zullen worden gebracht ten laste van de partij die in het ongelijk wordt gesteld. De uitspraak is gedaan door de vice-president en vijf raadsheren, en openbaar uitgesproken op 14 februari 2003.