ECLI:NL:HR:2003:AF0750
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- A.G. Pos
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Ontbinding arbeidsovereenkomst wegens gewichtige redenen en vergoeding
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 7 februari 2003 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de ontbinding van een arbeidsovereenkomst. Het verzoekschrift tot ontbinding was op 24 oktober 2001 ingediend bij het Kantongerecht te Winschoten door de verweerder in cassatie, hierna aangeduid als [verweerder]. Hij verzocht de Kantonrechter om de arbeidsovereenkomst met de verzoeker tot cassatie, hierna aangeduid als [verzoeker], te ontbinden wegens gewichtige redenen, die voortvloeiden uit veranderingen in de omstandigheden. Tevens werd een vergoeding van ƒ 441.000,-- bruto gevraagd. De verzoeker heeft zich in zijn verweerschrift gerefereerd aan het oordeel van de Kantonrechter over het ontbindingsverzoek, maar bestreed de gevraagde vergoeding.
De Kantonrechter heeft op 21 december 2001 de verzoeker in de gelegenheid gesteld om het verzoek tot ontbinding in te trekken. Indien het verzoek zou worden gehandhaafd, werd de arbeidsovereenkomst per 31 december 2001 ontbonden, met toekenning van een vergoeding van ƒ 202.000,-- bruto aan [verweerder]. De verzoeker heeft hoger beroep ingesteld bij de Rechtbank te Groningen, die op 17 mei 2002 het hoger beroep verwierp. Hierna heeft de verzoeker cassatie ingesteld tegen de beschikking van de Rechtbank.
De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie verworpen en de verzoeker veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van [verweerder] zijn begroot op € 252,69 aan verschotten en € 1.135,-- voor salaris. De conclusie van de Advocaat-Generaal D.W.F. Verkade strekte tot verwerping van het beroep, en de Hoge Raad oordeelde dat de klachten in het middel niet tot cassatie konden leiden, zonder dat verdere motivering nodig was, gezien artikel 81 RO.