ECLI:NL:HR:2003:AF0206
Hoge Raad
- Cassatie
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- Rechtspraak.nl
Inbewaringstelling van verzoeker in faillissement van Stichting Jozua-2000
In deze zaak gaat het om de inbewaringstelling van verzoeker, die is gelast door de Rechtbank te Groningen op 23 maart 2000 in het kader van het faillissement van de Stichting Jozua-2000. Verzoeker heeft geen hoger beroep ingesteld tegen deze beschikking. Op 20 maart 2001 heeft verzoeker de Rechtbank verzocht om de beschikking te vernietigen, maar dit verzoek werd op 21 juni 2001 afgewezen. Verzoeker heeft opnieuw geprobeerd de beschikking te schorsen, maar ook dit verzoek werd afgewezen. Uiteindelijk is verzoeker op 22 oktober 2001 in bewaring gesteld. Tijdens een verhoor op 25 oktober 2001 heeft verzoeker zich verzet tegen zijn inbewaringstelling en verzocht om opheffing of schorsing. De Rechtbank heeft op 29 oktober 2001 de inbewaringstelling rechtmatig verklaard, wat leidde tot hoger beroep bij het Gerechtshof te Leeuwarden. In dit hoger beroep heeft verzoeker opnieuw verzocht om de eerdere beschikkingen te vernietigen en om ontslag uit de verzekerde bewaring. Het Hof heeft op 14 november 2001 de eerdere beschikkingen bekrachtigd en de verzoeken van verzoeker afgewezen. Verzoeker heeft vervolgens cassatie ingesteld, maar de Hoge Raad heeft geoordeeld dat verzoeker geen belang heeft bij het cassatieberoep, aangezien de bewaring inmiddels was geëindigd. De Hoge Raad verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn beroep.