ECLI:NL:HR:2003:AF0187

Hoge Raad

Datum uitspraak
24 januari 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
C01/173HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • R. Herrmann
  • A.E.M. van der Putt-Lauwers
  • J.B. Fleers
  • H.A.M. Aaftink
  • O. de Savornin Lohman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over onrechtmatige gedragingen en ouderlijke macht

In deze zaak hebben eisers tot cassatie, [eiser] c.s., op 29 december 1997 verweerders in cassatie, [verweerder] c.s., gedagvaard voor de Rechtbank te Rotterdam. Zij vorderden onder meer dat verweerders zouden worden veroordeeld tot het staken van onrechtmatige gedragingen jegens hen, waaronder hinderlijke provocaties en het verspreiden van valse geruchten. Daarnaast vroegen zij om een verbod voor verweerders om zich binnen een afstand van 1 kilometer van hun woning te begeven en om rectificatie van de adressering in het regionale telefoonboek. De Rechtbank verklaarde eisers niet-ontvankelijk in hun vordering tot rectificatie en wees de overige vorderingen af bij vonnis van 14 mei 1998.

Eisers gingen in hoger beroep bij het Gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 25 oktober 2000 het vonnis van de Rechtbank bekrachtigde. Hierop hebben eisers cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal, L.A.D. Keus, gevolgd, die tot verwerping van het beroep strekte. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten van eisers niet tot cassatie konden leiden, omdat deze geen rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of rechtsontwikkeling met zich meebrachten.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen en eisers veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van verweerders zijn begroot op € 286,88 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris. Dit arrest is uitgesproken op 24 januari 2003 door de vice-president R. Herrmann en de overige raadsheren.

Uitspraak

24 januari 2003
Eerste Kamer
Nr. C01/173HR
JMH
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. [Eiser 1], en
2. [Eiseres 2],
beiden zowel handelend pro se als in hun hoedanigheid van ouders en wettelijke vertegenwoordigers van [betrokkene 1],
allen wonende te [woonplaats],
EISERS tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen,
t e g e n
1. [Verweerder 1], en
2. [Verweerster 2],
ieder handelend zowel pro se alsmede als degenen die de ouderlijke macht uitoefenen over
a) [betrokkene 2],
b) [betrokkene 3],
c) [betrokkene 4],
d) [betrokkene 5],
allen wonende te [woonplaats],
VERWEERDERS in cassatie,
advocaat: mr. E. Grabandt.
1. Het geding in feitelijke instanties
Eisers tot cassatie - verder te noemen: [eiser] c.s. - hebben bij exploit van 29 december 1997 verweerders in cassatie - verder te noemen: [verweerder] c.s. - op verkorte termijn gedagvaard voor de Rechtbank te Rotterdam en gevorderd bij vonnis en, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad en op de minuut, [verweerder] c.s. te veroordelen voor zich en als degenen die in de zin van art. 6:169 lid 1 BW de ouderlijke macht uitoefenen over hun minderjarige kinderen:
- tot het staken en gestaakt houden van iedere onrechtmatige gedraging jegens eisers, onder meer bestaande uit het hen benaderen, zowel per telefoon als per brief als op welke wijze dan ook, het hinderlijke provoceren en het verspreiden van valselijke geruchten;
- zich niet meer te begeven of te bevinden, binnen een afstand van 1 kilometer, bij, rondom of tegenover de woning van eisers of op hun terrein;
- de sub 11 in deze dagvaarding bedoelde adressering in het regionale telefoonboek te rectificeren;
- de sub 10 in deze dagvaarding bedoelde foto te verwijderen en verwijderd te houden, een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van ƒ 10.000,-- voor iedere gedraging in strijd met dit vonnis, onmiddellijk na de betekening van het te dezen te wijzen vonnis.
[Verweerder] c.s. hebben de vorderingen bestreden.
De Rechtbank heeft bij vonnis van 14 mei 1998 [eiser] c.s. niet-ontvankelijk verklaard met betrekking tot hun vordering de adressering van [verweerder] op adres [a-straat 1] te [woonplaats] in het regionale telefoonboek te doen rectificeren en de vordering voor het overige afgewezen.
Tegen dit vonnis hebben [eiser] c.s. hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te 's-Gravenhage.
Bij arrest van 25 oktober 2000 heeft het Hof het bestreden vonnis bekrachtigd.
Het arrest van het Hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het Hof hebben [eiser] c.s. beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
[Verweerder] c.s. hebben geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 81 RO, geen nadere
motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] c.s. begroot op € 286,88 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president R. Herrmann, als voorzitter, en de raadsheren A.E.M. van der Putt-Lauwers, J.B. Fleers, H.A.M. Aaftink en O. de Savornin Lohman, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer O. de Savornin Lohman op 24 januari 2003.