ECLI:NL:HR:2003:AF0139

Hoge Raad

Datum uitspraak
3 januari 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
C01/128HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • P. Neleman
  • A.G. Pos
  • P.C. Kop
  • A. Hammerstein
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over vordering in vrijwaring en kostenveroordeling

In deze zaak heeft eiseres tot cassatie, hierna aangeduid als [eiseres], op 14 juli 1998 verweerster in cassatie, Tiel Utrecht, gedagvaard in vrijwaring voor de Kantonrechter te Amsterdam. Eiseres vorderde dat, mocht zij in de hoofdzaak worden veroordeeld tot betaling van een bedrag, Tiel Utrecht gelijktijdig met het vonnis in de hoofdzaak zou worden veroordeeld tot betaling van hetgeen eiseres aan de Stichting Waarborgfonds Motorverkeer dient te voldoen. Tiel Utrecht heeft de vordering bestreden, waarna de Kantonrechter op 29 juli 1999 de eis in vrijwaring heeft afgewezen. Eiseres heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij de Rechtbank te Amsterdam.

De Rechtbank heeft bij tussenvonnis van 17 januari 2001 eiseres toegelaten tot het in het vonnis onder 14 vermelde tegenbewijs en verdere beslissingen aangehouden. Eiseres heeft vervolgens beroep in cassatie ingesteld tegen dit tussenvonnis. Tiel Utrecht heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De zaak is door de advocaten van beide partijen toegelicht, en de Advocaat-Generaal D.W.F. Verkade heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en eiseres in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, tot op deze uitspraak aan de zijde van Tiel Utrecht begroot op € 286,88 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de in het middel aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden, en dat verdere motivering niet nodig is, gezien artikel 81 RO, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uitspraak

3 januari 2003
Eerste Kamer
Nr. C01/128HR
MD
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiseres], wonende te [woonplaats],
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. J. Groen,
t e g e n
TIEL UTRECHT SCHADEVERZEKERING N.V., gevestigd te Utrecht,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. G.C. Makkink.
1. Het geding in feitelijke instanties
Eiseres tot cassatie - verder te noemen: [eiseres] - heeft bij exploit van 14 juli 1998 verweerster in cassatie - verder te noemen: Tiel Utrecht - in vrijwaring gedagvaard voor de Kantonrechter te Amsterdam. [Eiseres] heeft gevorderd dat, mocht zij in de hoofdzaak worden veroordeeld tot betaling van enig bedrag, Tiel Utrecht gelijktijdig met het vonnis in de hoofdzaak wordt veroordeeld tot betaling van hetgeen [eiseres] aan de Stichting Waarborgfonds Motorverkeer dient te voldoen.
Tiel Utrecht heeft de vordering bestreden.
De Kantonrechter heeft bij vonnis van 29 juli 1999 de eis in vrijwaring afgewezen.
Tegen dit vonnis heeft [eiseres] hoger beroep ingesteld bij de Rechtbank te Amsterdam.
Bij tussenvonnis van 17 januari 2001 heeft de Rechtbank [eiseres] tot het in het vonnis onder 14 vermelde tegenbewijs toegelaten en iedere verdere beslissing aangehouden.
Het tussenvonnis van de Rechtbank is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het tussenvonnis van de Rechtbank heeft [eiseres] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tiel Utrecht heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal D.W.F. Verkade strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Tiel Utrecht begroot op € 286,88 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president P. Neleman als voorzitter en de raadsheren A.G. Pos en P.C. Kop, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A. Hammerstein op 3 januari 2003.