ECLI:NL:HR:2003:AE9074
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.P. Balkema
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen beschikking Rechtbank Amsterdam inzake beklag teruggave inbeslaggenomen auto
Op 11 maart 2003 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in een cassatiezaak tegen een beschikking van de Rechtbank te Amsterdam, gedateerd 14 februari 2002. De zaak betreft een beklag ingediend door een klager, geboren in Marokko in 1950, die verzocht om teruggave van een inbeslaggenomen bestelauto, een Mercedes 108D. De Rechtbank had het beklag ongegrond verklaard, omdat de auto was ontvreemd van een derde, en de klager niet de bescherming genoot van artikel 3:86, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek. De klager had de auto via zijn zoon gekocht van een onbekende man, zonder aankoopbewijs, en de verzekeringsmaatschappij Nationale Nederlanden had in de rechten van de oorspronkelijke eigenaar getreden.
De Advocaat-Generaal Jörg had geconcludeerd dat de Hoge Raad de beschikking van de Rechtbank zou moeten vernietigen en de zaak zou moeten verwijzen naar het Gerechtshof te Amsterdam voor herbehandeling. De Hoge Raad oordeelde echter dat de Rechtbank terecht had vastgesteld dat de klager niet beschermd was tegen revindicatie door de oorspronkelijke eigenaar, en dat de belangen van andere belanghebbenden niet geschaad waren bij de behandeling van het klaagschrift.
De Hoge Raad verwierp het beroep van de klager, oordelend dat het middel niet tot cassatie kon leiden en dat er geen grond was voor ambtshalve vernietiging van de bestreden beschikking. De uitspraak werd gedaan door de vice-president en twee raadsheren, in aanwezigheid van de waarnemend-griffier, en werd openbaar uitgesproken.