ECLI:NL:HR:2003:AE8800
Hoge Raad
- Cassatie
- W.J.M. Davids
- F.H. Koster
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van een arrest van het Gerechtshof te Arnhem inzake de deelneming aan een criminele organisatie en drugshandel
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 januari 2003 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem. De verdachte, geboren in Turkije in 1961 en ten tijde van de uitspraak gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting 'De Grittenborgh' te Hoogeveen, was eerder veroordeeld voor deelname aan een criminele organisatie en verschillende overtredingen van de Opiumwet en de Wet wapens en munitie. De verdediging, vertegenwoordigd door advocaten mr. G.P. Hamer en mr. A.M. Ficq-Kengen, had cassatiemiddelen ingediend, waarbij onder andere werd betoogd dat het hof in zijn tussenarrest van 24 april 2001 de verkeerde maatstaf had gehanteerd bij de afwijzing van het verzoek tot het horen van getuigen. De plaatsvervangend Advocaat-Generaal Vellinga had geconcludeerd dat de Hoge Raad de bestreden uitspraak zou moeten vernietigen en de zaak zou moeten verwijzen naar een aangrenzend hof voor herbehandeling.
De Hoge Raad oordeelde dat het hof inderdaad de verkeerde maatstaf had gehanteerd door het noodzakelijkheidcriterium toe te passen bij de beoordeling van het verzoek tot het horen van getuigen. Dit leidde tot de conclusie dat de bestreden uitspraak niet in stand kon blijven, en de Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het Gerechtshof, maar alleen voor wat betreft de beslissingen over de tenlastegelegde feiten en de strafoplegging. De zaak werd verwezen naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor herbehandeling op het bestaande hoger beroep.
De Hoge Raad verwerpt het beroep voor het overige, wat betekent dat andere onderdelen van de uitspraak van het Gerechtshof wel in stand blijven. Dit arrest benadrukt het belang van een juiste toepassing van de maatstaven bij het horen van getuigen in strafzaken en de rechten van de verdachte in het proces.