ECLI:NL:HR:2003:AE2310
Hoge Raad
- Cassatie
- E. Korthals Altes
- L. Monné
- P.J. van Amersfoort
- J.W. van den Berge
- A.R. Leemreis
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aanslagen in baatbelasting gemeente Breda en de rechtsgeldigheid van het Bekostigingsbesluit
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X6 te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 30 november 2000, betreffende aanslagen in de baatbelasting van de gemeente Breda. De Hoge Raad behandelt de rechtsgeldigheid van het Bekostigingsbesluit dat door de gemeenteraad is vastgesteld. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de aanslagen die waren opgelegd voor het genot van onroerende zaken in de binnenstad van Breda. Deze aanslagen waren omgezet in jaarlijkse aanslagen, maar werden door het hoofd van de afdeling belastingen van de gemeente Breda gehandhaafd. Het Gerechtshof bevestigde deze uitspraak, waarop belanghebbende cassatie instelde.
De Hoge Raad oordeelt dat het Bekostigingsbesluit niet voldoet aan de wettelijke vereisten, omdat het geen rechtsgeldige aanduiding van het gebate gebied bevat. De Raad stelt vast dat de gemeenteraad tijdens de vergadering van 2 juni 1994 niet alleen de tekst van het Bekostigingsbesluit heeft vastgesteld, maar ook de bijbehorende kaart. De Raad concludeert dat de klachten van belanghebbende over de onvolledigheid van het Bekostigingsbesluit gegrond zijn. De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof en verwijst de zaak naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling.
De Hoge Raad gelast tevens dat de gemeente Breda het griffierecht aan belanghebbende vergoedt. Dit arrest benadrukt de noodzaak van een correcte vaststelling van bekostigingsbesluiten door gemeentelijke autoriteiten, met inachtneming van de wettelijke vereisten.