ECLI:NL:HR:2002:ZD2929
Hoge Raad
- Cassatie
- W.J.M. Davids
- J.P. Balkema
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- W.A.M. van Schendel
- Rechtspraak.nl
Verlof tot overdracht van in beslag genomen stukken aan Duitse autoriteiten
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een beschikking van de Arrondissementsrechtbank te Haarlem, waarin verlof werd verleend voor de overdracht van in beslag genomen stukken aan de Duitse autoriteiten. De klaagster, vertegenwoordigd door mr. J.M. Sjöcrona, heeft bezwaar gemaakt tegen deze overdracht, omdat zij de in beslag genomen stukken niet heeft kunnen inzien. De Rechtbank heeft het verweer van de klaagster verworpen, met de overweging dat zij niet heeft aangegeven welke specifieke stukken niet voor overdracht in aanmerking komen. De rechter-commissaris had eerder toestemming verleend voor het bestuderen van de stukken door Duitse opsporingsambtenaren, en de Rechtbank oordeelde dat het verzoek om rechtshulp van de Bondsrepubliek Duitsland gegrond was op het Europees Verdrag inzake wederzijdse rechtshulp in strafzaken.
De Hoge Raad heeft de beschikking van de Rechtbank beoordeeld en vastgesteld dat de Rechtbank op juiste wijze heeft geoordeeld dat er geen belemmeringen waren voor de overdracht van de stukken. De klaagster had niet voldoende onderbouwd waarom de overdracht niet zou mogen plaatsvinden, en het feit dat er al kopieën van de stukken aan de Duitse autoriteiten waren verstrekt, leidde niet tot cassatie. De Hoge Raad concludeerde dat de Rechtbank het verlof terecht had verleend, en dat het beroep van de klaagster niet kon slagen. De beschikking van de Rechtbank werd bevestigd, en het beroep in cassatie werd verworpen.