ECLI:NL:HR:2002:AF2258
Hoge Raad
- Cassatie
- E. Korthals Altes
- A.R. Leemreis
- C.J.J. van Maanen
- Rechtspraak.nl
Waarde vaststelling onroerende zaak en cassatieprocedure
In deze zaak gaat het om de waardering van de onroerende zaak gelegen aan de a-straat 1 te Q voor het tijdvak van 1 januari 1997 tot en met 31 december 2000. De waarde was aanvankelijk vastgesteld op ƒ 457.000 door de gemeente, maar na bezwaar van de belanghebbende, werd deze waarde door de Inspecteur der gemeentelijke belastingen verlaagd naar ƒ 394.000. De belanghebbende ging in beroep bij het Gerechtshof, dat de waarde verder verlaagde naar ƒ 355.000. De uitspraak van het Hof is aan het arrest gehecht.
De belanghebbende, aangeduid als X te Z, heeft cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 10 oktober 2001, nr. BK-99/00657, die betrekking had op de beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken. In de cassatieprocedure heeft de belanghebbende geklaagd over de processuele gang van zaken bij het Hof, met de stelling dat hij niet adequaat kon reageren op stukken die door de Inspecteur tijdens de zitting waren overgelegd. De Hoge Raad oordeelt echter dat de stukken die de Inspecteur ter zitting overhandigde, niet zodanig waren dat de procespositie van de belanghebbende werd geschaad. De klacht van de belanghebbende faalt.
Daarnaast zijn de overige klachten van de belanghebbende ook niet gegrond bevonden. De Hoge Raad oordeelt dat deze klachten geen nadere motivering behoeven, omdat ze niet leiden tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft geen termen gezien voor een veroordeling in de proceskosten en verklaart het beroep ongegrond. Dit arrest is uitgesproken op 20 december 2002 door de vice-president en twee raadsheren, in aanwezigheid van de waarnemend griffier.