ECLI:NL:HR:2002:AF0222
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- A.G. Pos
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het cassatieberoep wegens niet voldoen aan de procesvereisten
In deze zaak heeft eiseres, wonende te [woonplaats], op 6 november 2001 verzoekster tot cassatie - verder te noemen: [verzoekster] - gedagvaard voor de Rechtbank te Dordrecht, sector Kanton. Zij verzocht de Kantonrechter om [verzoekster] te veroordelen tot betaling van een pro-resto bedrag van ƒ 961,98, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 9 juli 2001, en een bedrag van ƒ 144,30 aan buitengerechtelijke kosten. [Verzoekster] heeft de vordering bestreden. De Kantonrechter heeft op 16 mei 2002 vonnis gewezen, waarbij [verzoekster] werd veroordeeld tot betaling van € 436,52, vermeerderd met wettelijke rente, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen. Dit vonnis is aan de beschikking gehecht.
Tegen het vonnis heeft [verzoekster] op 15 augustus 2002 beroep in cassatie ingesteld, waarbij zij vernietiging van het vonnis verzocht. De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda was dat [verzoekster] niet-ontvankelijk verklaard diende te worden in haar beroep, omdat het cassatierekest niet op de juiste wijze was ingeleid. Aangezien het vonnis van de Kantonrechter in een dagvaardingsprocedure was gewezen, diende het beroep bij dagvaarding te worden ingeleid, wat niet was gebeurd.
De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het beroep beoordeeld en geconcludeerd dat [verzoekster] niet-ontvankelijk verklaard dient te worden. De beschikking is gegeven door de raadsheren J.B. Fleers, als voorzitter, A.G. Pos en A. Hammerstein, en is op 20 december 2002 in het openbaar uitgesproken door raadsheer A. Hammerstein.