ECLI:NL:HR:2002:AE9248
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- H.A.M. Aaftink
- A.G. Pos
- O. de Savornin Lohman
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Cassatie over betalingsvordering en ontbinding van overeenkomsten in telecomzaak
In deze zaak heeft UniqueAir Services S.A. (verweerster in cassatie) VTL (eiseres tot cassatie) gedagvaard voor de Rechtbank te Roermond, waarbij UniqueAir betaling vorderde van abonnements- en gesprekskosten op basis van drie gesloten overeenkomsten. VTL heeft de vordering bestreden en in reconventie ontbinding van de overeenkomsten gevorderd. De Rechtbank heeft in een eindvonnis van 3 juni 1999 VTL veroordeeld tot betaling aan UniqueAir, maar heeft de vordering in reconventie afgewezen. VTL heeft hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 5 december 2000 het vonnis van de Rechtbank heeft bekrachtigd. VTL heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen dit arrest.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus, die tot vernietiging en verwijzing strekte, gevolgd. De Hoge Raad heeft het arrest van het Gerechtshof vernietigd en de zaak verwezen naar het Gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling. Tevens is VTL veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van UniqueAir zijn begroot op € 1.456,33 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris.
De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak ook ingegaan op de middelen die door VTL zijn aangevoerd. Het vijfde middel, dat betrekking had op de gesprekskosten, werd gegrond bevonden, terwijl de overige middelen ongegrond werden verklaard. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat na verwijzing moet worden onderzocht of VTL de SIM-kaarten voor de betreffende telefoonnummers heeft ontvangen, en dat de vraag of bewijslevering terzake op zijn plaats is, opnieuw moet worden beoordeeld na verwijzing.