ECLI:NL:HR:2002:AE9240
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- H.A.M. Aaftink
- A. Hammerstein
- P.C. Kop
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling in rekening-courant tussen vennootschappen
In deze zaak heeft de eiseres tot cassatie, Auto Centrum Bussum Beheer B.V. (ACBB), de verweerster in cassatie, Auto Centrum Bussum B.V. (ACB), gedagvaard voor de Rechtbank te Amsterdam. ACBB vorderde een betaling van ƒ 66.453,57, vermeerderd met wettelijke rente, op basis van een rekening-courantverhouding. De Rechtbank heeft de vordering op 15 maart 2000 toegewezen. ACB heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 10 januari 2002 het vonnis van de Rechtbank heeft vernietigd en de vordering van ACBB heeft afgewezen, met veroordeling van ACBB in de proceskosten. Een herstelarrest van 17 januari 2002 heeft de eerdere uitspraak van het Hof bevestigd en de vordering van ACBB opnieuw afgewezen.
ACBB heeft cassatie ingesteld tegen beide arresten van het Hof. De Hoge Raad heeft de arresten van het Gerechtshof vernietigd en de zaak terugverwezen naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof niet voldoende heeft gemotiveerd waarom ACBB en ACB in deze procedure 'slechts formeel' tegenover elkaar staan en dat het geschil 'materieel' betrekking heeft op een andere partij, Althu. Dit oordeel was onbegrijpelijk zonder nadere toelichting, wat leidde tot de vernietiging van de eerdere uitspraken.
De Hoge Raad heeft ACB in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, begroot op € 895,76 aan verschotten en € 1.590,-- voor salaris. De uitspraak van de Hoge Raad is gedaan op 13 december 2002, waarbij de vice-president P. Neleman de zitting heeft geleid en de uitspraak openbaar is gedaan door raadsheer A. Hammerstein.