ECLI:NL:HR:2002:AE8365
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J. Zuurmond
- F.W.G.M. van Brunschot
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Cassatie over navorderingsaanslag inkomstenbelasting en kwade trouw
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De belanghebbende had voor het jaar 1990 een aanslag in de inkomstenbelasting opgelegd gekregen, die later werd gevolgd door een navorderingsaanslag. Deze navorderingsaanslag was gebaseerd op een belastbaar inkomen dat aanzienlijk hoger was dan het eerder vastgestelde inkomen. De Inspecteur had een verhoging van 100 procent van de nagevorderde belasting opgelegd, maar deze verhoging werd later tot 25 procent kwijtgescholden. Na bezwaar tegen de navorderingsaanslag en de beschikking inzake heffingsrente, werd de uitspraak van de Inspecteur door het Hof vernietigd.
De Staatssecretaris ging in cassatie tegen deze uitspraak van het Hof, waarbij de belanghebbende een verweerschrift indiende en voorwaardelijk incidenteel beroep in cassatie instelde. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof ten onrechte had geoordeeld dat de belanghebbende niet te kwader trouw was. De Hoge Raad concludeerde dat de belanghebbende opzettelijk informatie had achtergehouden, wat leidde tot een te lage aanslag. De Hoge Raad verklaarde het principale beroep gegrond en het voorwaardelijke incidentele beroep ongegrond, en verwees de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling.
De Hoge Raad oordeelde dat de rechten van de belanghebbende, voortvloeiend uit een overeenkomst bij zijn uittreden uit de maatschap, niet tot zijn privé-vermogen konden worden gerekend, maar als winst uit onderneming moesten worden verantwoord. Dit leidde tot de conclusie dat de navorderingsaanslag terecht was opgelegd, en dat de belanghebbende in de zin van de Algemene wet inzake rijksbelastingen te kwader trouw was. De zaak werd terugverwezen voor verdere beoordeling van de niet behandelde stellingen van de belanghebbende.