ECLI:NL:HR:2002:AE8178
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- H.A.M. Aaftink
- D.H. Beukenhorst
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van Schiphol voor schade na verkeersongeluk
In deze zaak gaat het om een verkeersongeluk dat plaatsvond op 20 oktober 1992, waarbij eiser, een motorrijder, en een werknemer van Schiphol, [betrokkene 1], betrokken waren. Eiser heeft ernstige verwondingen opgelopen en heeft Schiphol gedagvaard voor de Rechtbank te Haarlem, waarbij hij aansprakelijkheid voor de schade eiste. De Rechtbank heeft in een tussenvonnis van 31 maart 1998 de provisionele vordering afgewezen en in de hoofdzaak een comparitie van partijen gelast. Bij eindvonnis van 21 september 1999 heeft de Rechtbank de vorderingen van eiser toegewezen. Schiphol heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 12 oktober 2000 het vonnis heeft vernietigd en Schiphol aansprakelijk heeft gesteld voor 25% van de schade van eiser.
Eiser heeft cassatie ingesteld tegen het arrest van het Hof. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat het Hof buiten de rechtsstrijd van partijen is getreden door te oordelen dat eiser door rood licht heeft gereden, terwijl Schiphol dit niet als grond voor eigen schuld had aangevoerd. De Hoge Raad heeft het arrest van het Gerechtshof vernietigd en de zaak verwezen naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling. Tevens is Schiphol veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent strekte tot vernietiging van het bestreden arrest en verwijzing naar een ander Hof. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de eigen schuld van eiser in deze zaak op 75% moet worden vastgesteld, wat betekent dat Schiphol gehouden is voor 25% bij te dragen in de schade van eiser. De Hoge Raad heeft de zaak terugverwezen voor een nieuwe beoordeling van het beroep op eigen schuld van eiser.