ECLI:NL:HR:2002:AE8156
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J. Zuurmond
- F.W.G.M. van Brunschot
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslag loonbelasting en interne representatiekosten
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam, waarin een naheffingsaanslag in de loonbelasting/premie volksverzekeringen aan belanghebbende, X B.V., was opgelegd. De naheffingsaanslag betrof een bedrag van f 15.642 voor het tijdvak van 1 januari 1999 tot en met 31 januari 1999. Na bezwaar van belanghebbende handhaafde de Inspecteur de aanslag, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de uitspraak van de Inspecteur en verlaagde de naheffingsaanslag tot f 14.989. De Staatssecretaris van Financiën ging in cassatie tegen deze uitspraak.
De Hoge Raad heeft het principale beroep van de Staatssecretaris ongegrond verklaard en het incidentele beroep van belanghebbende gegrond verklaard. De uitspraak van het Hof werd vernietigd, behoudens de beslissing omtrent het griffierecht. De Hoge Raad verwees de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling en beslissing, met inachtneming van het arrest. Tevens werd de Staatssecretaris veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, vastgesteld op € 1932 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
De Hoge Raad beoordeelde de in het principale beroep voorgestelde middelen. Het eerste middel, dat de motivering van het Hof aanvocht, faalde omdat de uitleg van de Inspecteur niet onbegrijpelijk was. Het tweede middel, dat zich richtte tegen de kwalificatie van interne representatiekosten, faalde eveneens. De Hoge Raad oordeelde dat de wettekst geen steun bood voor de afwijkende opvatting van het middel. In het incidentele beroep werd geoordeeld dat het gebruik van een garage voor stalling van een auto niet als werkruimte kan worden aangemerkt, wat verder onderzoek vereist voor de bepaling van de onbelaste vergoeding voor stalling.
Dit arrest is openbaar uitgesproken op 27 september 2002 door de vice-president en de raadsheren, in aanwezigheid van de waarnemend griffier.