ECLI:NL:HR:2002:AE8148

Hoge Raad

Datum uitspraak
27 september 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
37489
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • E. Korthals Altes
  • L. Monné
  • J.W. van den Berge
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De zaak betreft een aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen die aan wijlen X is opgelegd voor het jaar 1997. De aanslag was vastgesteld op een belastbaar inkomen van ƒ 70.467. Na bezwaar tegen deze aanslag heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd. Hierop heeft X beroep ingesteld bij het Hof, dat het beroep gegrond verklaarde, de uitspraak van de Inspecteur vernietigde en de aanslag verminderde tot een belastbaar inkomen van ƒ 57.887. De Staatssecretaris heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen deze uitspraak van het Hof.

De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat het Hof buiten de rechtsstrijd is getreden door het belastbare inkomen vast te stellen op ƒ 57.887. De Hoge Raad concludeert dat het Hof had moeten uitgaan van het belastbare inkomen van ƒ 60.000, zoals door de belanghebbende was geconcludeerd. De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof en de uitspraak van de Inspecteur, en vermindert de aanslag tot een belastbaar inkomen van ƒ 60.000. De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

Dit arrest is gewezen door de vice-president E. Korthals Altes als voorzitter, en de raadsheren L. Monné en J.W. van den Berge, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma, en is openbaar uitgesproken op 27 september 2002.

Uitspraak

Nr. 37.489
27 september 2002
SE
gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 12 juli 2001, nr. BK-99/30400, betreffende na te melden aan wijlen X te Z opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.
1. Aanslag, bezwaar en geding voor het Hof
Aan wijlen X is voor het jaar 1997 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd naar een belastbaar inkomen van ƒ 70.467, welke aanslag, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Inspecteur is gehandhaafd.
Tegen die uitspraak is beroep ingesteld bij het Hof.
Het Hof heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak van de Inspecteur vernietigd en de aanslag verminderd tot een aanslag naar een belastbaar inkomen van ƒ 57.887. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.
2. Geding in cassatie
De Staatssecretaris heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De erven hebben een verweerschrift ingediend.
De Staatssecretaris heeft een conclusie van repliek ingediend.
De erven hebben een conclusie van dupliek ingediend. Nu deze conclusie bij de Hoge Raad na afloop van de daartoe gestelde termijn is ingediend, slaat de Hoge Raad op dit stuk geen acht.
3. Beoordeling van het middel
Het middel, dat strekt ten betoge dat het Hof - door het belastbare inkomen vast te stellen op ƒ 57.887 - buiten de rechtsstrijd is getreden, slaagt. 's Hofs uitspraak en de stukken van het geding laten geen andere gevolgtrekking toe dan dat belanghebbende voor het Hof heeft geconcludeerd tot vermindering van de aanslag tot een aanslag naar een belastbaar inkomen van ƒ 60.000. Zulks brengt mee dat tussen partijen niet in geschil was dat het belastbare inkomen niet minder dan ƒ 60.000 bedroeg. Het stond het Hof derhalve niet op grond van zijn - in goede justitie gegeven - oordeel inzake de besparing op de kosten van huisvesting en voeding vrij het belastbare inkomen op een lager bedrag vast te stellen.
's Hofs uitspraak kan niet in stand blijven. De Hoge Raad kan de zaak afdoen.
4. Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
5. Beslissing
De Hoge Raad:
verklaart het beroep gegrond,
vernietigt de uitspraak van het Hof, behoudens de beslissingen omtrent het griffierecht en de proceskosten,
vernietigt de uitspraak van de Inspecteur, en
vermindert de aanslag tot een aanslag naar een belastbaar inkomen van ƒ 60.000.
Dit arrest is gewezen door de vice-president E. Korthals Altes als voorzitter, en de raadsheren L. Monné en J.W. van den Berge, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma, en in het openbaar uitgesproken op 27 september 2002.