ECLI:NL:HR:2002:AE8145
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J. Zuurmond
- F.W.G.M. van Brunschot
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Cassatie over teruggaaf omzetbelasting en erfpacht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 27 september 2002 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure over de teruggaaf van omzetbelasting door de stichting Stichting X. De belanghebbende had over het tijdvak oktober 1996 een bedrag van ƒ 2.058.781 aan omzetbelasting voldaan en verzocht om teruggaaf van ƒ 349.643, wat door de Inspecteur was afgewezen. Het Hof had het beroep van de belanghebbende ongegrond verklaard, waarna de belanghebbende in cassatie ging. De Staatssecretaris van Financiën diende een verweerschrift in en reageerde schriftelijk op een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen.
De zaak draait om de vraag of de vestiging van een economisch erfpachtrecht onderhevig is aan omzetbelasting. De Hoge Raad oordeelde dat de terbeschikkingstelling van het complex aan C moet worden aangemerkt als verhuur in de zin van artikel 11, lid 1, letter b, van de Wet op de omzetbelasting. De Hoge Raad bevestigde dat de begrippen verhuur en verpachting een gemeenschapsrechtelijke betekenis hebben en niet beperkt zijn tot de civielrechtelijke definities in de lidstaten. De Hoge Raad oordeelde dat de vrijstellingsbepalingen van de Zesde richtlijn strikt moeten worden uitgelegd, en dat de vestiging van een economisch erfpachtrecht niet onderhevig is aan de heffing van omzetbelasting.
De Hoge Raad verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is van belang voor de interpretatie van de wetgeving rondom omzetbelasting en erfpacht.