ECLI:NL:HR:2002:AE7858

Hoge Raad

Datum uitspraak
20 september 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
37200
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • L. Monné
  • P.J. van Amersfoort
  • C.J.J. van Maanen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie inzake aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden van 4 mei 2001, nr. 1079/97, betreffende een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1996. De Inspecteur had een aanslag opgelegd naar een belastbaar inkomen van ƒ 5527. Na bezwaar tegen deze aanslag, handhaafde de Inspecteur zijn beslissing. Hierop heeft belanghebbende beroep ingesteld bij het Hof, dat de uitspraak van de Inspecteur heeft vernietigd, maar belanghebbende niet-ontvankelijk verklaarde in haar bezwaar. Deze uitspraak van het Hof is aan het arrest gehecht.

Belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof. De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend. De Hoge Raad heeft de klachten van belanghebbende beoordeeld. De eerste klacht, die stelde dat het Hof niet alsnog de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar zou mogen uitspreken, faalde omdat deze stelling geen steun vond in het recht. De tweede klacht, die voortbouwde op de eerste, kon eveneens niet tot cassatie leiden.

De Hoge Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten en heeft het beroep ongegrond verklaard. Dit arrest is gewezen door de raadsheer L. Monné als voorzitter, en de raadsheren P.J. van Amersfoort en C.J.J. van Maanen, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma, en is in het openbaar uitgesproken op 20 september 2002.

Uitspraak

Nr. 37.200
20 september 2002
wv
gewezen op het beroep in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden van 4 mei 2001, nr. 1079/97, betreffende na te melden aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.
1. Aanslag, bezwaar en geding voor het Hof
Aan belanghebbende is voor het jaar 1996 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd naar een belastbaar inkomen van ƒ 5527, welke aanslag, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Inspecteur is gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij het Hof.
Het Hof heeft de uitspraak van de Inspecteur vernietigd en belanghebbende alsnog niet-ontvankelijk verklaard in haar bezwaar. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.
2. Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
3. Beoordeling van de klachten
3.1. De eerste klacht faalt. De aan deze klacht ten grondslag liggende stelling dat, al staat de overschrijding van de termijn voor het indienen van het bezwaarschrift vast, het Hof desondanks niet alsnog de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar zou mogen uitspreken nu de Inspecteur zulks bij zijn uitspraak op het bezwaarschrift heeft nagelaten, vindt geen steun in het recht.
3.2. De tweede klacht gaat uit van de gegrondheid van de eerste klacht en kan derhalve evenmin tot cassatie leiden.
4. Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
5. Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer L. Monné als voorzitter, en de raadsheren P.J. van Amersfoort en C.J.J. van Maanen, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma, en in het openbaar uitgesproken op 20 september 2002.