ECLI:NL:HR:2002:AE7856
Hoge Raad
- Cassatie
- E. Korthals Altes
- L. Monné
- P.J. van Amersfoort
- J.W. van den Berge
- C.J.J. van Maanen
- Rechtspraak.nl
Cassatie over onroerendezaakbelastingen en lastenverlichting in de gemeente Westerveld
In deze zaak gaat het om een cassatieprocedure die is ingesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westerveld tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden. De zaak betreft de onroerendezaakbelastingen die aan belanghebbende zijn opgelegd voor het jaar 2000, met betrekking tot een recreatiebungalow in de gemeente Westerveld. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de aanslagen, die waren opgelegd wegens het genot krachtens zakelijk recht en het gebruik van de onroerende zaak. Het hoofd van de afdeling Financiën van de gemeente handhaafde de aanslagen, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de uitspraak van het hoofd en verlaagde de aanslag tot ƒ 102.
De gemeente Westerveld ging in cassatie tegen deze uitspraak van het Hof. In cassatie werd vastgesteld dat belanghebbende in het onderhavige jaar een lastenverlichting van ƒ 100 was toegekend, maar niet ingeschreven stond in de gemeentelijke basisadministratie. De Hoge Raad oordeelde dat de tekst van de Verordening onroerende-zaakbelastingen 2000 duidelijk was en dat de gemeente geen onderscheid mocht maken op basis van inschrijving in de basisadministratie. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het Hof, behoudens de beslissing omtrent het griffierecht, en verlaagde de aanslag tot een negatief bedrag van ƒ 10 (€ 4,54).
De Hoge Raad concludeerde dat de klachten van de gemeente slagen, voor zover zij betogen dat het Hof enkel de aanslag wegens het gebruik van de onroerende zaak had moeten verminderen. De Hoge Raad heeft de zaak afgedaan zonder verdere proceskostenveroordeling.