ECLI:NL:HR:2002:AE7659
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- F.H. Koster
- J.P. Balkema
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de bestreden uitspraak en strafvermindering in mensenhandelzaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 22 oktober 2002 uitspraak gedaan in een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden. De verdachte, geboren in Joegoslavië en destijds gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting 'De Grittenborgh' te Hoogeveen, was eerder door het Hof veroordeeld tot 24 maanden gevangenisstraf voor mensenhandel door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd. De verdachte heeft cassatie ingesteld, vertegenwoordigd door mr. M.W.G.J. IJsseldijk, advocaat te Utrecht. De plaatsvervangend Procureur-Generaal Fokkens heeft geconcludeerd dat de Hoge Raad de verdachte niet-ontvankelijk zou verklaren in het cassatieberoep, maar ook dat de bestreden uitspraak zou moeten worden vernietigd ten aanzien van de strafoplegging.
De Hoge Raad heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de redelijke termijn, zoals bedoeld in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), is overschreden. De verdachte had op 20 december 2000 beroep in cassatie ingesteld, maar de stukken kwamen pas op 25 oktober 2001 bij de Hoge Raad binnen. Dit leidde tot een behandeling van de zaak meer dan zestien maanden na het instellen van het cassatieberoep. De Hoge Raad oordeelde dat deze overschrijding van de redelijke termijn aanleiding gaf tot strafvermindering.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad de bestreden uitspraak vernietigd, maar uitsluitend wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf. De straf is verminderd tot 21 maanden en twee weken, waarvan vijf maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. Het beroep is voor het overige verworpen, waarmee de Hoge Raad zijn taak als hoogste rechter in het geding heeft vervuld en ervoor heeft gezorgd dat de beslissing in overeenstemming is met het geldende recht.