ECLI:NL:HR:2002:AE7385
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- F.H. Koster
- J.P. Balkema
- A.J.A. van Dorst
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen veroordeling voor opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de verdachte tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 5 juni 2001 werd uitgesproken. De verdachte, geboren in Suriname en ten tijde van de aanzegging gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting 'Over-Amstel' te Amsterdam, was eerder door de Arrondissementsrechtbank te Haarlem veroordeeld voor het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. De Hoge Raad heeft kennisgenomen van de schriftelijke verdediging van de raadsman van de verdachte, mr. P.J. Hoogendam, die een middel van cassatie heeft voorgesteld. De plaatsvervangend Procureur-Generaal, de heer Fokkens, heeft geconcludeerd dat de Hoge Raad de verdachte niet-ontvankelijk moet verklaren in het beroep, en subsidiair tot verwerping van het beroep geconcludeerd.
De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het beroep beoordeeld en vastgesteld dat de schriftuur niet voldeed aan de eisen die aan een middel van cassatie worden gesteld. De raadsman had niet geklaagd over een inbreuk op artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) als gevolg van het tijdsverloop na de uitspraak waartegen beroep in cassatie was ingesteld. De Hoge Raad heeft opgemerkt dat de termijn van afhandeling door het indienen van de schriftuur werd verlengd, wat ook van belang was voor de beoordeling van de ontvankelijkheid.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de verdachte niet binnen de wettelijke termijn een schriftuur met middelen van cassatie had ingediend, waardoor niet was voldaan aan het voorschrift van artikel 437, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering. Dit leidde tot de beslissing dat de verdachte niet-ontvankelijk werd verklaard in het beroep. Het arrest is uitgesproken op 22 oktober 2002 door de vice-president en de overige rechters, in aanwezigheid van de griffier.