ECLI:NL:HR:2002:AE7370

Hoge Raad

Datum uitspraak
18 oktober 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
R01/018HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • R. Herrmann
  • H.A.M. Aaftink
  • D.H. Beukenhorst
  • A. Hammerstein
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over erfpacht en ontruiming van grond in de Nederlandse Antillen

In deze zaak heeft eiseres, een inwoner van de Nederlandse Antillen, een verzoekschrift ingediend bij het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, waarin zij verzocht om te verklaren dat zij nooit een perceel grond in erfpacht heeft overgedragen aan de verweerster, Almond Grove Estate N.V. (AGE). Eiseres vorderde ook dat AGE een perceel grond van 3.075 m² zou ontruimen en dat AGE zou worden verboden om de privéweg van eiseres te betreden. Het Gerecht wees de vorderingen van eiseres af in een vonnis van 17 november 1998. Eiseres ging in hoger beroep bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba, waar zij haar eis wijzigde en vermeerderde. Het Hof verklaarde de vorderingen van eiseres ongegrond en bevestigde het vonnis van het Gerecht op 27 oktober 2000.

Eiseres stelde cassatie in tegen het vonnis van het Hof. De Hoge Raad, die de zaak op 18 oktober 2002 behandelde, oordeelde dat de klachten van eiseres niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad verwees naar artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat bepaalt dat geen nadere motivering nodig is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad verwierp het beroep en veroordeelde eiseres in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van AGE werden begroot op € 286,88 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris.

Uitspraak

18 oktober 2002
Eerste Kamer
Nr. R01/018HR
MD
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiseres], wonende [te woonplaats], Nederlandse Antillen,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen,
t e g e n
ALMOND GROVE ESTATE N.V., gevestigd op Sint Maarten, Nederlandse Antillen,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. J.W.H. van Wijk.
1. Het geding in feitelijke instanties
Met een op 13 februari 1998 ter griffie van het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Sint Maarten, hierna: het Gerecht, ingekomen verzoekschrift heeft eiseres tot cassatie - verder te noemen: [eiseres] - zich gewend tot dat Gerecht en verzocht:
1. voor recht te verklaren dat [eiseres] nimmer aan verweerster in cassatie - verder te noemen: AGE - in erfpacht heeft overgedragen een "plot to be reserved for personal use" en "private road" ter grootte van 2.000 m², resp. 1.000 m², gereserveerd in restant van meetbrief 227 van 1973;
2. AGE te bevelen een perceel grond van 3.075 m², restant meetbrief 227 van 1973, te ontruimen;
3. AGE te verbieden de privéweg van [eiseres] ter grootte van 1.000 m² te (doen) betreden;
4. AGE te verbieden de te haren behoeve opgemaakte meetbrief ongedaan te doen maken (met bijkomende vorderingen), een en ander gesanctioneerd met een dwangsom.
AGE heeft de vorderingen bestreden.
Het Gerecht heeft bij vonnis van 17 november 1998 de vorderingen afgewezen.
Tegen dit vonnis heeft [eiseres] hoger beroep ingesteld bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba, hierna het Hof. Bij memorie van grieven heeft [eiseres] haar eis gewijzigd en vermeerderd in dier voege dat de vordering van [eiseres] er thans toe strekt dat het Hof, met vernietiging van het vonnis waarvan beroep, bij vonnis, voorzover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, op de minuut en op alle dagen en uren:
1. voor recht zal verklaren dat [eiseres] aan AGE de door [eiseres] gereserveerde en behouden gronden, bekend en nader omschreven als "plot to be reserved for personal use" ad 2.000 m² en "private road 1.000 m²", en deel uitmakende van het restant perceel grond beschreven bij meetbrief 227 van 1973, nimmer in erfpacht heeft gegeven en/of (dat) op grond van het vonnis AR(KG) 2/90 d.d. 27 november 1990 aan AGE voorwaardelijk in erfpacht gegeven perceel grond ad 3.000 m² niet valt te verstaan dat [eiseres] de door haar behouden gronden aan AGE in erfpacht heeft overgedragen;
2. AGE zal bevelen om de door [eiseres] behouden percelen grond bekend als "private road" en "plot to be reserved" deel uitmakende van het perceel grond beschreven bij meetbrief 227/1973, zoals bepaald bij vonnis AR(KG) 2/90 van 27 november 1990 uit te meten en/of te doen uitmeten, en aan [eiseres] prijs te geven, zulks binnen of uiterlijk vijftien (15) dagen na betekening van het door het Hof in deze te geven bevel, en zulks op verbeurte van een dwangsom van US$ 20.000,-- voor iedere dag of gedeelte daarvan dat AGE nalatig of weigerachtig blijft aan het door het Hof in deze te geven bevel te voldoen.
Bij memorie van antwoord heeft AGE het beroep bestreden en bij afzonderlijke akte ter rolle zich verzet tegen de wijziging en/of vermeerdering van eis van [eiseres].
Het Hof heeft bij vonnis van 1 oktober 1999 het verzet ongegrond verklaard.
Bij vonnis van 27 oktober 2000 (31 oktober 2000) heeft het Hof het vonnis van het Gerecht van 17 november 1998 bevestigd.
Het vonnis van het Hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen laatstvermeld vonnis van het Hof heeft [eiseres] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
AGE heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten en voor AGE mede door mr. J.H.M. van Swaaij, advocaat bij de Hoge Raad.
De conclusie van de Advocaat-Generaal C.L. de Vries Lentsch-Kostense strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van AGE begroot op € 286,88 aan verschotten en €. 1.365,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president R. Herrmann als voorzitter en de raadsheren H.A.M. Aaftink en D.H. Beukenhorst, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A. Hammerstein op 18 oktober 2002.