ECLI:NL:HR:2002:AE7000
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- H.A.M. Aaftink
- A.G. Pos
- O. de Savornin Lohman
- P.C. Kop
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van het arrest van het Gerechtshof te Amsterdam inzake de koopovereenkomst van een schip
In deze zaak heeft eiser tot cassatie, [eiser], verweerder in cassatie, [verweerder], gedagvaard voor de Rechtbank te Amsterdam met de vordering om het feitelijk bezit van het schip, de Barcarolle, over te dragen. De vordering was gebaseerd op een overeenkomst die volgens [eiser] tot stand was gekomen, maar waarover [verweerder] een andere opvatting had. De Rechtbank heeft de vordering van [eiser] afgewezen, waarna [eiser] in hoger beroep ging bij het Gerechtshof te Amsterdam. Het Hof bekrachtigde het vonnis van de Rechtbank, wat leidde tot cassatie door [eiser]. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat er onduidelijkheid bestond over de koopovereenkomst en het wettelijk vermoeden dat het Hof hanteerde. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof onvoldoende motivering had gegeven voor zijn oordeel en dat de stellingen van [eiser] niet voldoende waren weerlegd. De Hoge Raad heeft het arrest van het Gerechtshof vernietigd en de zaak verwezen naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling. Tevens is [verweerder] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie.