ECLI:NL:HR:2002:AE6595
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- W.A.M. van Schendel
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen beschikking van de Arrondissementsrechtbank te Utrecht inzake teruggave inbeslaggenomen bromfiets
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een beschikking van de Arrondissementsrechtbank te Utrecht, die op 29 juli 1999 een beklag heeft behandeld van een klager over de teruggave van een inbeslaggenomen bromfiets. De klager, geboren in Turkije in 1980 en wonende in Nederland, had bezwaar gemaakt tegen het voornemen van de Officier van Justitie om de bromfiets terug te geven aan een derde, [betrokkene 1]. De Rechtbank verklaarde het beklag gegrond en gelastte de teruggave van de bromfiets aan [betrokkene 1]. De klager was het hier niet mee eens en ging in cassatie.
De Hoge Raad heeft de beschikking van de Rechtbank beoordeeld en vastgesteld dat de Rechtbank ten onrechte het beklag gegrond had verklaard. De Hoge Raad oordeelde dat de wet geen mogelijkheid biedt om een last tot teruggave van inbeslaggenomen voorwerpen aan iemand anders dan de indiener van het klaagschrift te geven. De Hoge Raad heeft de beschikking van de Rechtbank vernietigd voor zover deze de teruggave aan [betrokkene 1] gelastte, en het beklag ongegrond verklaard. De Hoge Raad benadrukte dat de beschikking van de Rechtbank niet in stand kon blijven, omdat deze niet in overeenstemming was met de wet.
De uitspraak van de Hoge Raad is gedaan op 26 november 2002 door de vice-president en twee raadsheren, en is openbaar uitgesproken. De zaak illustreert de strikte toepassing van de wet in het kader van beklagprocedures en de rechten van de betrokken partijen.