ECLI:NL:HR:2002:AE5674
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.P. Balkema
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen vrijspraak en veroordeling in strafzaak met betrekking tot wapenbezit
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, waarbij de verdachte op 29 mei 2001 was vrijgesproken van een aantal tenlastegelegde feiten, maar wel was veroordeeld tot drie jaar en zes maanden gevangenisstraf voor het medeplegen van handelen in strijd met de Wet wapens en munitie. De verdachte, geboren in 1965 en ten tijde van het beroep gedetineerd in Amsterdam, heeft samen met zijn advocaten, mr. J. Kuijper en mr. F. Dekkers, middelen van cassatie voorgesteld. De Advocaat-Generaal, Wortel, heeft geconcludeerd dat het beroep verworpen moet worden.
De kern van het geschil betreft de afwijzing door het Hof van een verzoek van de verdediging om processen-verbaal van gesloten zittingen in de zaak tegen een medeverdachte aan het dossier van de verdachte toe te voegen. De verdediging stelde dat dit verzoek noodzakelijk was voor een eerlijke rechtsgang, zoals bedoeld in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Het Hof heeft echter geoordeeld dat de verdediging niet voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat het belang van de verdediging opwoog tegen de belangen die in artikel 269 van het Wetboek van Strafvordering zijn genoemd.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat het Hof op juiste gronden het verzoek heeft afgewezen. De Hoge Raad oordeelt dat de afwijzing van het verzoek om inzage in de processen-verbaal van de medeverdachte niet in strijd is met het recht en dat de verdediging voldoende gelegenheid heeft gehad om haar belangen te behartigen. De Hoge Raad verwerpt het beroep, omdat geen van de middelen tot cassatie kan leiden en er geen grond is voor vernietiging van de bestreden uitspraak.