ECLI:NL:HR:2002:AE5222

Hoge Raad

Datum uitspraak
12 juli 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
37125
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • P.J. van Amersfoort
  • J.W. van den Berge
  • C.J.J. van Maanen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen uitspraak Gerechtshof inzake naheffingsaanslagen parkeerbelastingen gemeente Hilversum

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 12 februari 2001, betreffende twee naheffingsaanslagen in de parkeerbelastingen van de gemeente Hilversum, opgelegd op 28 september 1999. De naheffingsaanslagen, genummerd 001 en 002, bedroegen elk ƒ 84,50, bestaande uit ƒ 2,50 aan enkelvoudige belasting en ƒ 82 aan kosten. Na bezwaar van belanghebbende zijn de aanslagen door het hoofd van de afdeling belastingen van de gemeente gehandhaafd. Het Hof heeft het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard, waarop belanghebbende cassatie heeft ingesteld.

De Hoge Raad heeft het beroep gegrond verklaard en de uitspraak van het Hof vernietigd. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof ten onrechte heeft geoordeeld dat de naheffingsaanslag met nummer 001 terecht is opgelegd, aangezien de stukken van het geding aantonen dat deze aanslag betrekking heeft op een auto met kenteken cc-dd-00, terwijl het Hof dit niet heeft onderkend. Daarnaast heeft het Hof verzuimd een beslissing te geven over de naheffingsaanslag met nummer 002, wat ook een reden is voor vernietiging van de uitspraak.

De Hoge Raad verwijst de zaak naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling en beslissing, en gelast dat de gemeente Hilversum het griffierecht van ƒ 160 (€ 72,60) aan belanghebbende vergoedt. De proceskosten worden niet toegewezen, omdat de Hoge Raad geen termen aanwezig acht voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is gewezen op 12 juli 2002 door de raadsheren in openbaar.

Uitspraak

Nr. 37.125
12 juli 2002
SE
gewezen op het beroep in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 12 februari 2001, nr. 99/3927, betreffende na te melden naheffingsaanslag in de parkeerbelastingen genummerd 001.
1. Naheffingsaanslagen, bezwaar en geding voor het Hof
Telkens ter zake van het parkeren op 28 september 1999 te Q zijn twee naheffingsaanslagen in de parkeerbelastingen van de gemeente Hilversum opgelegd, elk ten bedrage van ƒ 84,50, bestaande uit ƒ 2,50 aan enkelvoudige belasting en ƒ 82 aan kosten ter zake van het opleggen van de aanslag. De aanslagen zijn genummerd 002 respectievelijk 001.
De aanslagen zijn, na door belanghebbende daartegen gemaakt bezwaar, bij afzonderlijke uitspraken van het hoofd van de afdeling belastingen van de Bestuursdienst van de gemeente Hilversum (hierna: het hoofd) gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraken bij één geschrift in beroep gekomen bij het Hof.
Het Hof heeft het beroep ongegrond verklaard. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.
2. Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Burgemeester en wethouders van de gemeente Hilversum hebben een verweerschrift ingediend.
3. Beoordeling van 's Hofs uitspraak naar aanleiding van de klachten en ambtshalve
3.1. Het Hof heeft het beroep dat belanghebbende had ingesteld tegen de uitspraak van het hoofd inzake de naheffingsaanslag met nummer 001 ongegrond verklaard. Deze beslissing berust kennelijk op het oordeel dat de naheffingsaanslag terecht is opgelegd, welk oordeel is gegrond op de vaststelling dat de naheffingsaanslag is opgelegd ter zake van het parkeren te Q op 28 september 1999 van de auto met kenteken 00-aa-bb, zonder dat daarvoor parkeerbelasting was voldaan. De stukken van het geding laten evenwel geen andere conclusie toe dan dat die naheffingsaanslag betrekking heeft op het parkeren aldaar van een auto met kenteken cc-dd-00. Het oordeel dat die naheffingsaanslag terecht is opgelegd, is derhalve onbegrijpelijk. 's Hofs uitspraak kan hierom niet in stand blijven.
3.2. Voorts verdient opmerking dat belanghebbende in zijn bij het Hof ingediende beroepschrift niet slechts in beroep is gekomen tegen de uitspraak van het hoofd waarbij de naheffingsaanslag met nummer 001 is gehandhaafd, maar ook tegen de uitspraak van het hoofd ter zake van de naheffingsaanslag met nummer 002. Nu het Hof met betrekking tot het beroep tegen deze laatste uitspraak van het hoofd ten onrechte geen beslissing heeft gegeven, kan zijn uitspraak ook hierom niet in stand blijven.
3.3. Verwijzing moet volgen. De klachten behoeven verder geen behandeling.
4. Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
5. Beslissing
De Hoge Raad:
verklaart het beroep gegrond,
vernietigt de uitspraak van het Hof,
verwijst het geding naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage ter verdere behandeling en beslissing van de zaak met inachtneming van dit arrest, en
gelast dat de gemeente Hilversum aan belanghebbende vergoedt het door deze ter zake van de behandeling van het beroep in cassatie verschuldigd geworden griffierecht ten bedrage van f 160 (€ 72,60).
Dit arrest is gewezen door de raadsheer P.J. van Amersfoort als voorzitter, en de raadsheren J.W. van den Berge en C.J.J. van Maanen, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma, en in het openbaar uitgesproken op 12 juli 2002.