ECLI:NL:HR:2002:AE5166
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- A.G. Pos
- P.C. Kop
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen de Ontvanger van de Belastingdienst inzake terugbetaling en beslagheffing
In deze zaak heeft eiser tot cassatie, [eiser], de Ontvanger van de Belastingdienst in kort geding gedagvaard voor de President van de Rechtbank te 's-Hertogenbosch. Eiser vorderde onder andere de terugbetaling van een bedrag van ƒ 136.547,55, vermeerderd met wettelijke rente, en de opheffing van een derdenbeslag dat op 10 oktober 1997 onder de Rabobank was gelegd. De President heeft op 29 april 1999 de vorderingen tot terugbetaling en opheffing van het beslag toegewezen, maar de overige vorderingen afgewezen. De Ontvanger heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 30 mei 2000 het vonnis van de President heeft vernietigd en de vorderingen van eiser heeft afgewezen.
Eiser heeft vervolgens beroep in cassatie ingesteld tegen het arrest van het Hof. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent, die tot verwerping van het beroep strekte, in overweging genomen. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden, en dat er geen nadere motivering nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen en eiser veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de Ontvanger zijn begroot op € 1.682,25 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris. Dit arrest is gewezen op 18 oktober 2002 en openbaar uitgesproken door raadsheer A. Hammerstein.