ECLI:NL:HR:2002:AE4723
Hoge Raad
- Cassatie
- L. Monné
- P.J. van Amersfoort
- A.R. Leemreis
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aanslag inkomstenbelasting en studiekosten
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 25 januari 2001, nr. BK-99/01212, betreffende een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1994. Aan belanghebbende was een aanslag opgelegd, die na bezwaar door de Inspecteur was verminderd tot een belastbaar inkomen van f 70.483. Belanghebbende ging in beroep bij het Hof, dat de aanslag verder verminderde tot f 66.919. Tegen deze uitspraak heeft belanghebbende cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling de klachten van belanghebbende tegen de uitspraak van het Hof behandeld. Het Hof had geoordeeld dat de kosten van levensonderhoud, waaronder verblijfskosten in het buitenland voor een promotie, niet als studiekosten in de zin van artikel 46, lid 1, letter c, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 kunnen worden aangemerkt. De Hoge Raad oordeelt dat dit oordeel juist is, verwijzend naar eerdere rechtspraak (HR 22 april 1981, nr. 20462, BNB 1981/147).
Daarnaast heeft de Hoge Raad de klachten over ongelijke behandeling verworpen, omdat deze klachten niet eerder voor het Hof zijn aangevoerd en derhalve niet in cassatie kunnen worden behandeld. De Hoge Raad achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten. Uiteindelijk verklaart de Hoge Raad het beroep ongegrond, waarmee de uitspraak van het Hof in stand blijft.