ECLI:NL:HR:2002:AE4557
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Cassatie over onverschuldigde betaling en bevoegdheid van vertegenwoordiger in frauduleuze transacties
In deze zaak heeft GWK Bank N.V. (eiseres tot cassatie) Cadform B.V. (verweerster in cassatie) gedagvaard voor de Rechtbank te Utrecht, waarbij zij vorderde dat Cadform zou worden veroordeeld tot betaling van een bedrag van ƒ 196.614,23, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De vordering was gebaseerd op een aantal facturen die Cadform aan GWK Bank had gestuurd voor geleverde diensten, die in werkelijkheid niet waren geleverd. De Rechtbank heeft de vordering afgewezen, waarna GWK Bank in hoger beroep ging bij het Gerechtshof te Amsterdam. Het Hof bekrachtigde het vonnis van de Rechtbank, wat leidde tot cassatie door GWK Bank.
In cassatie werd de vraag aan de orde gesteld of de overeenkomsten tussen GWK Bank en Cadform geldig waren, gezien de frauduleuze handelingen van een medewerker van GWK Bank, die valse facturen had opgemaakt. De Hoge Raad oordeelde dat, hoewel de medewerker onbevoegd was om de overeenkomsten te sluiten, Cadform redelijkerwijs mocht aannemen dat hij bevoegd was, gezien zijn eerdere handelingen en de betaling door GWK Bank. De Hoge Raad verwierp het beroep van GWK Bank en oordeelde dat er geen sprake was van onverschuldigde betaling, omdat de overeenkomsten geldig waren.
De Hoge Raad veroordeelde GWK Bank in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Cadform waren begroot op € 2.598,89 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris. Dit arrest benadrukt de noodzaak voor partijen om te vertrouwen op de bevoegdheid van hun vertegenwoordigers, mits zij redelijkerwijs konden aannemen dat deze bevoegdheid bestond, zelfs in gevallen van fraude.